9a – schuldigverklaring zonder straf – Strafrecht-advocaat.nl https://01-strafrecht-advocaat.nl De website voor het vinden van een ervaren strafrechtadvocaat Fri, 13 Oct 2017 06:39:56 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.7 Oplegging schadevergoedingsmaatregel mogelijk bij schuldigverklaring zonder oplegging van straf https://01-strafrecht-advocaat.nl/oplegging-schadevergoedingsmaatregel-mogelijk-schuldigverklaring-zonder-oplegging-straf/ https://01-strafrecht-advocaat.nl/oplegging-schadevergoedingsmaatregel-mogelijk-schuldigverklaring-zonder-oplegging-straf/#respond Fri, 13 Oct 2017 06:39:56 +0000 https://01-strafrecht-advocaat.nl/?p=4790 Oplegging schadevergoedingsmaatregel mogelijk bij schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Art. 36f Sr en art. 9a Sr. Gelet op de wetsgeschiedenis moet art. 36f.1 Sr worden gelezen alsof de woorden “tot een straf” daarin niet voorkomen (HR 3 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3203).

HR: Ingevolge de tot 1 januari 2014 geldende tekst van art. 36f, eerste lid, Sr zoals weergegeven onder 2.4.1 respectievelijk 2.4.3 (“wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld”) in verbinding met art. 36f, derde lid, Sr, kan de schadevergoedingsmaatregel ook worden opgelegd in geval een verdachte wordt veroordeeld zonder oplegging van straf.

Blijkens de onder 2.5.3 weergegeven wetsgeschiedenis strekt de onder 2.5.1 weergegeven “technische wijziging” tot uitbreiding van het toepassingsbereik van art. 36f Sr in het belang van het slachtoffer, zulks door oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ook mogelijk te maken indien de verdachte van alle rechtsvervolging wordt ontslagen wegens – kort gezegd – ontoerekeningsvatbaarheid. Daartoe zijn aan art. 36f, eerste lid, Sr toegevoegd de woorden “of aan wie bij rechterlijke uitspraak een maatregel of een last als bedoeld in artikel 37 wordt opgelegd”.

De wetsgeschiedenis biedt geen enkel aanknopingspunt voor de opvatting die in het middel besloten ligt dat de wetswijziging tevens strekt tot beperking van het toepassingsbereik van art. 36f Sr tot die gevallen van veroordeling van de verdachte waarbij straf wordt opgelegd.

2.5.5.

Gelet op het voorgaande moet worden aangenomen dat de wetgever bij de desbetreffende wetswijziging geenszins de bedoeling had voortaan het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel niet meer mogelijk te maken in het geval de verdachte op de voet van art. 9a Sr wordt veroordeeld zonder oplegging van straf, en dat de – in de wetsgeschiedenis ook niet nader toegelichte – invoeging in art. 36f, eerste lid, Sr na het woord “veroordeeld” van de woorden “tot een straf”, op een kennelijke vergissing berust.

Art. 36f, eerste lid, Sr moet dus worden gelezen alsof de woorden “tot een straf” daarin niet voorkomen.

]]>
https://01-strafrecht-advocaat.nl/oplegging-schadevergoedingsmaatregel-mogelijk-schuldigverklaring-zonder-oplegging-straf/feed/ 0
Art. 9a Sr. voor onhandige ironie op website met racistische teksten https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-onhandige-ironie-op-website-met-racistische-teksten/ https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-onhandige-ironie-op-website-met-racistische-teksten/#respond Fri, 10 Jun 2016 20:19:06 +0000 https://01-strafrecht-advocaat.nl/?p=3743

De verdachte is op een voor een ieder toegankelijke internetsite de Racistische Thread begonnen en heeft daar anderen uitgenodigd al hun racistische opvattingen en uitlatingen de vrije loop te laten. Dit hebben zij onhandig gedaan, zonder in voldoende mate afstand te nemen van de uitlatingen. Volgens het hof was het echter niet direct de bedoeling van de verdachte om anderen te discrimineren, reden waarom het gerechtshof de verdachte schuldig verklaard, zonder oplegging van een straf of maatregel, art 9a Sr. (Gerechtshof Amsterdam, 22 maart 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1101).

Feitencomplex

Door medeverdachte [medeverdachte] zijn in die Racistische Thread afbeeldingen openbaar gemaakt waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat zij voor een bepaalde groep, te weten negroïde personen, zeer kwetsend en dus beledigend zijn. Op deze afbeeldingen worden negroïde personen als groep in diskrediet gebracht en wordt de waardigheid van de groep ernstig aangetast. Het wordt de verdachte aangerekend dat hij met zijn handelwijze [medeverdachte] ertoe heeft gebracht deze zeer schokkende – zij het reeds bestaande – afbeeldingen verder wereldkundig te maken, zonder op de site op een voor de buitenwereld kenbare wijze afstand van het karakter van de afbeeldingen te hebben genomen of zijn bedoelingen met de Racistische Thread en de daarin geplaatste afbeeldingen te hebben toegelicht.Het hof heeft in het voordeel van de verdachte acht geslagen op de volgende omstandigheden.

Geen racistische bedoelingen

Aangenomen kan worden dat de verdachte met zijn handelen nimmer racistische bedoelingen heeft gehad en dat hij, door de Racistische Thread te beginnen en daarin afbeeldingen te laten posten, enkel heeft willen deelnemen aan een “uitwisseling” en petit comité omtrent het onderwerp racisme. Zowel uit zijn verklaringen als uit de verklaringen van [medeverdachte] en de ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde getuigen is gebleken dat zij op een ironische manier racisme wilden benaderen. De omstandigheid dat zij dit als groep onhandig hebben aangepakt waardoor de ironisch bedoelde ondertoon voor derden niet (direct) kenbaar was, kan de verdachte naar het oordeel van het hof niet zo zwaar worden aangerekend als de advocaat-generaal heeft betoogd. Aannemelijk is ook dat de verdachte er zelf geen racistische ideeën op nahoudt en de vrije toegankelijkheid tot de site mogelijk zou zijn geblokkeerd als hij (eerder) zou hebben beseft dat de door hem beleefde ironie door derden niet werd begrepen.

Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel, art. 9a Sr.

De verdachte is blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 25 februari 2016 niet eerder strafrechtelijk veroordeeld en heeft ook na het onderhavige feit geen strafbare feiten begaan die ter kennis van justitie zijn gekomen. In het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, acht het hof de kans op recidive zeer klein. Gelet op het voorgaande acht het hof het raadzaam op grond van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht te bepalen dat aan de verdachte ter zake geen straf of maatregel wordt opgelegd.

]]>
https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-onhandige-ironie-op-website-met-racistische-teksten/feed/ 0
9a Sr. toegepast vanwege gevolgen schotwond bij aanhouding https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-toegepast-vanwege-gevolgen-schotwond-bij-aanhouding/ https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-toegepast-vanwege-gevolgen-schotwond-bij-aanhouding/#respond Thu, 09 Jun 2016 06:24:50 +0000 https://01-strafrecht-advocaat.nl/?p=3727 Ook vanwege de gevolgen die een strafbaar feit kunnen hebben voor een verdachte, kan een rechter besluiten om artikel 9a Sr. toe te passen. In de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 29 januari 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:2291 ging het om een verdachte die zelfmoord wilde plegen. Hij is door een lid van het aanhoudings- en ondersteuningsteam in zijn been geschoten met een langdurige ziekenhuisopname tot gevolg. De politie had ook verzuimd om een psychiater voor de verdachte in te schakelen. De rechtbank vond om die reden dat de verdachte al door de gevolgen voldoende was gestraft en verklaarde de verdachte schuldig terzake bedreiging, maar legde hem geen straf of maatregel op.

Rechtbank: leven verdachte ingrijpend veranderd na aanhouding

Verdachte heeft in de nacht van 22 op 23 november 2014 via WhatsApp zijn familie kenbaar gemaakt dat hij een eind wilde maken aan zijn leven. Hierop heeft de familie van verdachte de politie ingeschakeld. Ter plaatse heeft de politie zich de toegang tot de woning van verdachte verschaft waarna verdachte de agenten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd met een vlees/fileer mes, een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een kapot geslagen fles.

De agenten hebben verdachte meerdere malen gesommeerd zijn wapens neer te leggen. Toen duidelijk werd dat verdachte niet wilde meewerken, heeft de politie het Aanhoudings- en Ondersteuningsteam ingeschakeld en is verdachte door een lid van voornoemd team van een korte afstand in zijn bovenbeen geschoten

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat verdachte gebukt gaat onder de gevolgen van de schotwond in zijn been. Verdachte heeft in totaal 11 maanden in een ziekenhuis en een revalidatiecentrum doorgebracht en hij is binnen 1 jaar 12 keer aan zijn been geopereerd. Door het blijvende gevaar op infectie zal verdachte nog een onbekend aantal operaties moeten ondergaan en bestaat zelfs de kans dat zijn been moet worden geamputeerd. Het leven van verdachte is ingrijpend veranderd omdat hij niet meer kan lopen en hij zich alleen kan voortbewegen in een scootmobiel. Dit weegt de rechtbank zwaar mee bij het beantwoorden van de vraag of in de onderhavige zaak enige straf of maatregel moet worden opgelegd.

Daarnaast overweegt de rechtbank dat de politie geen psychiatrische hulp of enige andere vorm van medische hulpverlening heeft ingeschakeld, terwijl hier, gelet op de (geestelijke) toestand van verdachte en het feit dat het om een zelfmoordmelding ging, naar het oordeel van de rechtbank wel degelijk reden toe was. Gelet op voornoemde specifieke omstandigheden en de blijvende gevolgen voor verdachte komt de rechtbank tot het oordeel dat het opleggen van een straf of maatregel in deze zaak passend noch geboden is. Verdachte zal daarom wel schuldig worden verklaard, maar er zal geen straf of maatregel worden opgelegd.

]]>
https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-toegepast-vanwege-gevolgen-schotwond-bij-aanhouding/feed/ 0
9a Sr. voor witwassen ivm eerdere gevangenisstraf, art. 63 Sr. en tijdsverloop en https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-voor-witwassen-ivm-eerdere-gevangenisstraf-art-63-sr-en-tijdsverloop-en/ https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-voor-witwassen-ivm-eerdere-gevangenisstraf-art-63-sr-en-tijdsverloop-en/#respond Wed, 08 Jun 2016 20:37:37 +0000 https://01-strafrecht-advocaat.nl/?p=3716 In de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, 25 februari 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:995 heeft de rechtbank de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel vanwege

  • een eerder opgelegde gevangenisstraf
  • art. 63 Sr van toepassing
  • tijdsverloop

Rechtbank: gelet op art. 63 Sr. is een straf niet langer op zijn plaats

De rechtbank overwoog als volgt:

“Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan witwassen door een geldbedrag voorhanden te hebben dat afkomstig is uit misdrijf. Door de opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie te onttrekken, zonder dat die illegale herkomst daarvan zichtbaar wordt, wordt de integriteit van het financieel en economisch verkeer aangetast. Bovendien bevordert het witwassen door de verdachte het plegen van delicten, omdat zonder het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden, het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 4 augustus 2015, is hij eerder veroordeeld voor een vermogensdelict. Verdachte is namelijk op 6 februari 2014 door de meervoudige strafkamer in Groningen veroordeeld voor onder meer een woningoverval. Het hierboven bewezenverklaarde feit is reeds voor deze veroordeling gepleegd.
In beginsel acht de rechtbank een (voorwaardelijke) gevangenisstraf passend voor het bewezenverklaarde feit, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd. Gelet op het tijdsverloop en artikel 63 Wetboek van Strafrecht, acht de rechtbank een straf niet langer op zijn plaats. De rechtbank zal om die reden geen straf of maatregel aan verdachte opleggen.”

]]>
https://01-strafrecht-advocaat.nl/9a-sr-voor-witwassen-ivm-eerdere-gevangenisstraf-art-63-sr-en-tijdsverloop-en/feed/ 0
Art. 9a Sr. voor ontucht met minderjarige https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-ontucht-met-minderjarige/ https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-ontucht-met-minderjarige/#respond Wed, 08 Jun 2016 19:23:25 +0000 https://01-strafrecht-advocaat.nl/?p=3714 Zelfs in zedenzaken komt het voor dat de rechter de zaak afdoet met een schuldigverklaring zonder oplegging van een straf of maatregel (art. 9a Sr.). Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam, 27 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2022

Het gerechtshof besloot tot een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel vanwege:

  • aan aanzienlijk tijdsverloop (bijna 4 jaren, in hoger beroep)
  • verdachte was destijds buiten heterdaad aangehouden en heeft twee dagen in voorarrest gezeten
  • na zijn studie kon verdachte door deze zaak geen werk vinden
  • verdachte is zelf al door de gevolgen gestraft
  • geen pedofilie

Hof: tijdsverloop, gevolgen voor verdachte en zaak niet al te ernstig

Het gerechtshof motiveerde de schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel als volgt:
“Het feit waaraan de verdachte zich schuldig heeft gemaakt, heeft plaatsgevonden in de periode september en oktober 2012. Er is dus sprake van een aanzienlijk tijdsverloop sinds het begaan van de feiten, welk tijdsverloop geenszins is te wijten aan de verdachte. Voorts moet worden vastgesteld dat de handelingen van de verdachte niet zonder gevolgen zijn gebleven. De verdachte is buiten heterdaad aangehouden, heeft enkele dagen vastgezeten en ook anderszins zijn de gevolgen voor de verdachte groot geweest. Zo heeft de verdachte – die als adolescent destijds studeerde – na zijn afstuderen geen werk kunnen zoeken op het terrein waar hij voor gestudeerd had, in afwachting van de uitkomst van deze zaak na het door het openbaar ministerie ingestelde hoger beroep. Ook heeft deze zaak grote gevolgen gehad voor de relatie met zijn ouders. De verdachte ondervindt nog steeds de gevolgen in zijn persoonlijk leven. Het is het hof ter terechtzitting gebleken dat door de gevolgen van zijn handelen, voor de verdachte indringend de normoverschrijdendheid van zijn gedrag duidelijk is geworden. Ook uit een oogpunt van speciale preventie is derhalve oplegging van een straf of maatregel niet geboden. Daarbij merkt het hof nog op, dat weliswaar bewezen verklaard is dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met iemand die nog niet de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, maar dat niet gesproken kan worden van pedofolie. Anders dan de advocaat-generaal heeft gevorderd ziet het hof dan ook geen noodzaak tot het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf.”

]]>
https://01-strafrecht-advocaat.nl/art-9a-sr-voor-ontucht-met-minderjarige/feed/ 0