{"id":3680,"date":"2016-06-06T01:18:13","date_gmt":"2016-06-06T00:18:13","guid":{"rendered":"https:\/\/01-strafrecht-advocaat.nl\/?page_id=3680"},"modified":"2016-06-06T01:18:13","modified_gmt":"2016-06-06T00:18:13","slug":"onschuldspresumptie","status":"publish","type":"page","link":"https:\/\/01-strafrecht-advocaat.nl\/onschuldspresumptie\/","title":{"rendered":"Onschuldspresumptie"},"content":{"rendered":"

Uit artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) volgt dat, voordat de vervolging is aangevangen, als ‘verdachte’ kan worden aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een ‘redelijk vermoeden van schuld’ aan een strafbaar feit voortvloeit.<\/p>\n

Onschuldpresumptie bij onderzoek politie<\/h3>\n

De onschuldpresumptie geldt niet alleen voor rechter, maar voor alle autoriteiten die bij opsporing en vervolging betrokken zijn.<\/p>\n

Hoewel het ‘redelijk vermoeden van schuld’ onverenigbaar lijkt met de in artikel 6 van het EVRM verankerde ‘onschuldpresumptie’, moet dit vermoeden worden uitgelegd als een richtlijn voor de houding van de strafvorderlijke autoriteiten. Zij mogen er geen blijk van geven de verdachte bij voorbaat als schuldig aan te merken. Een verdachte moet daarentegen een redelijke kans krijgen om het tegen hem bestaande belastende bewijs te weerleggen.<\/p>\n

Of\u00a0opsporingsfunctionarissen een \u00a0‘redelijk vermoeden’ mochten koesteren\u00a0kan\u00a0door de zittingsrechter – volgens vaste jurisprudentie – slechts marginaal kan worden getoetst.<\/p>\n

Toch zien we in de jurisprudentie ook gevallen waarbij de rechter oordeelt dat de onschuldpresumptie door de politie is geschonden:<\/p>\n