Ontzegging van de rijbevoegdheid

Een ontzegging van de rijbevoegdheid is een bijkomende straf die de rechter bij een veroordeling kan opleggen naast de hoofdstraf. De rijontzegging kan echter ook als zelfstandige straf worden opgelegd.

Wanneer kan een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd?

Een ontzegging van de rijbevoegdheid kan alleen aan een bestuurder van een motorrijtuig worden opgelegd bij een veroordeling wegens een van de in de artikelen 179 en 179a WVW genoemde feiten:

Gedraging  Artikel Maximumduur
Het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg art. 5    WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Het veroorzaken van een verkeersongeval door schuld art. 6    WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Doodslag in het verkeer art. 287 Sr.  10 jaar
Het verlaten van de plaats van een verkeersongeval art. 7    WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Rijden onder invloed van alcohol of drugs art. 8    WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Rijden tijdens rijverbod art. 162 WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Rijden na invordering en inhouding rijbewijs art. 163 WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Rijden tijdens rijontzegging of nadat het rijbewijs ongeldig is verklaard art. 9   WVW  5 jaar / 10 jaar bij recidive
Overtreding wedstrijdverbod art. 10  WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Niet opvolgen aanwijzingen politie art. 12 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Verbod voeren van slecht zichtbaar of vals kenteken art. 41 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Onjuiste opgave gegevens voor verkrijgen kentekenbewijs art. 51 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Opzettelijk gebruik maken vals kentekenbewijs voor motorrijtuig of aanhangwagen art. 61 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Opzettelijk gebruik maken vals kenteken art. 74 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Opzettelijk onjuiste opgave doen of onjuiste inlichtingen te verstrekken voor verkrijgen rijbewijs art. 114 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Onbekend gebleven bestuurder art. 165 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Onbekend gebleven bestuurder bij aanhanger art. 166 WVW  2 jaar /   4 jaar bij recidive
Bedreiging en (zware) mishandeling, mits het feit werd gepleegd met een motorrijtuig;
In de tenlastelegging en bewezenverklaring hoeft niet perse te zijn opgenomen dat een voertuig werd bestuurd (HR 18 januari 2000, NJ 2000, 589)
artt. 285, 300,
301, 302, 303 Sr
5 jaar

Waar het gaat om recidive, geldt voor de feiten waarvoor een ontzegging van de rijbevoegdheid van maximaal 2 jaar kan worden opgelegd een terugkijkperiode van 2 jaar. Bij de feiten waarvoor een ontzegging van de rijbevoegdheid van 5 jaar kan worden opgelegd, geldt een terugkijkperiode van 5 jaar.

Voor het rijden zonder geldig Nederlands rijbewijs (art. 107 WVW) kan geen ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd (HR 12 april 2011, VR 2011, 110)

De ontzegging van de rijbevoegdheid kan worden opgelegd bij rechterlijke uitspraak of via een strafbeschikking, maar niet zonder dat u als verdachte bent gehoord over het voornemen tot het opleggen van een strafbeschikking. U wordt dat uitgenodigd voor een officierszitting. Belangrijk is dat u zich tijdens deze procedure laat bijstaan door een advocaat.

Voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid

De ontzegging van de rijbevoegdheid  kan geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd overeenkomstig artikel 14a Sr., in combinatie met een bepaalde proeftijd. Bijvoorbeeld een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. Dit houdt in dat wanneer u binnen de proeftijd van 2 jaar opnieuw een verkeersdelict pleegt, de officier van justitie tenuitvoerlegging kan vorderen van die 6 maanden voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid (plus de straf die u krijgt voor het nieuwe feit).

De proeftijd vangt altijd aan op het moment dat het vonnis van de rechter onherroepelijk is geworden. Wanneer zowel u als de officier van justitie geen hoger beroep of beroep in cassatie instelt tegen de uitspraak van de rechter, wordt de uitspraak na het verstrijken van 14 dagen onherroepelijk.

Bij een strafbeschikking kan echter alleen een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd. De officier van justitie heeft dus niet de mogelijkheid om een gedeelte voorwaardelijk op te leggen.

Ingangsdatum ontzegging van de rijbevoegdheid

In artikel 180 WVW is uitdrukkelijk bepaald dat de ontzegging van de rijbevoegdheid pas ingaat nadat aan de veroordeelde in persoon een brief is uitgereikt waarin het tijdstip van ingang en de duur van de ontzegging, alsook de verplichting tot inlevering van het rijbewijs uiterlijk op het in de brief genoemde tijdstip, staat vermeld. U krijgt na betekening van de brief vaan 21 dagen de tijd om uw rijbewijs in te leveren. Levert u het rijbewijs eerder in, dan gaat de ontzegging van de rijbevoegdheid ook eerder in, waardoor u het rijbewijs ook eerder terugkrijgt.

Indien u niet voldoet aan de verplichting tot inlevering van het rijbewijs, gaat de ontzegging van de rijbevoegdheid sowieso in op het moment van het verstrijken van die 21 dagen, met dien verstande dat deze tijd niet in mindering wordt gebracht op de duur van de ontzegging van de rijbevoegdheid. Lever daarom altijd uw rijbewijs op tijd in!

> Meer informatie ontzegging van de rijbevoegdheid

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden