Onrechtmatigheden als vormverzuim
In strafzaken kunnen er verschillende onrechtmatigheden plaatsvinden die als onherstelbaar vormverzuim kunnen worden aangemerkt.
1. schending van wettelijke voorschriften betreffende de inrichting van het onderzoek
Bij de eerste categorie onrechtmatigheden moet men denken aan schendingen van de wettelijk normen met betrekking tot het voorbereidend onderzoek en de inzet van dwangmiddelen. Veelvoorkomende gevallen betreffen het niet naleven van regels met betrekking tot de feitelijke bewijsvergaring in het opsporingsonderzoek, zoals het verzuimen de cautie mede te delen (artikel 29 lid 2 Sv) en het doorzoeken van een woning zonder machtiging (artikel 97 Sv).
2. het verrichten van onderzoek waarbij inbreuk gemaakt wordt op de rechten en vrijheden van de (verdachte) burger zonder dat de gekozen vorm van onderzoek wettelijk is geregeld.
De tweede categorie heeft betrekking op het toepassen van een dwangmiddel die geen wettelijke basis heeft
3. schending van buitenwettelijke normen die aan behoorlijk overheidsoptreden zijn te stellen, in een geval waarin de desbetreffende norm van justitieel optreden dan wel wettelijk is voorzien en geregeld
De derde categorie heeft ten slotte betrekking op schendingen van beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het verbod van détournement de pouvoir en de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit (zie HR Braak bij binnentreden).
4. Wederrechtelijk of buitenproportioneel optreden politie
Een vierde categorie is de situatie dat door de politie wederrechtelijk of buitenproportioneel heeft optreden. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- Disproportioneel geweld bij aanhouding
- Schieten door politie in strijd met Ambtsinstructie