Meebrengen getuige naar de zitting
Een van de mogelijkheden tot het doen horen van getuigen ter terechtzitting bestaat daarin dat de advocaat ervoor zorgt dat de getuigen zonder daartoe te zijn opgeroepen bij de aanvang van de terechtzitting aanwezig zijn.
Meebrengen getuige na schorsing eerdere zitting
In geval van schorsing van het onderzoek ter terechtzitting moet daarmee worden gelijkgesteld de aanwezigheid bij de hervatting dan wel het opnieuw aanvangen van het onderzoek.
Wettelijke grondslag meebrengen getuigen naar zitting
De mogelijkheid om getuigen mee te nemen naar de zitting om dan door de rechter te worden gehoord, is geregeld in artikel 287 lid 2 Sv.
Ingevolge art. 260, vierde lid, Sv wordt de verdachte bij de dagvaarding gewezen op dat recht om op de terechtzitting getuigen mee te brengen.
Verzoek horen meegebrachte getuigen
Indien de verdediging gebruik maakt van dat recht, dient zij bij de aanvang onderscheidenlijk hernieuwde aanvang dan wel hervatting van de behandeling van de zaak mede te delen dat zij getuigen heeft meegebracht teneinde die op de voet van art. 287, tweede lid, Sv ter terechtzitting te doen horen.
Het uitgangspunt van art. 287, tweede lid, Sv is immers dat alle ter terechtzitting verschenen, al dan niet als zodanig opgeroepen getuigen worden gehoord.
Maatstaf bij meebrengen getuige naar zitting
Van het horen van de getuigen van wier aanwezigheid mededeling is gedaan bij de (hernieuwde) aanvang respectievelijk hervatting van het onderzoek, kan slechts worden afgezien
(i) met toestemming van de officier van justitie en de advocaat, of
(ii) indien die procespartijen niet instemmen met het afzien van het horen, op de gronden die zijn genoemd in art. 288, eerste lid onder b en c, Sv, te weten
- dat het gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang om de getuige ter terechtzitting te kunnen ondervragen,
- dan wel dat redelijkerwijs valt aan te nemen dat daardoor het openbaar ministerie niet in zijn vervolging of de verdachte in zijn verdediging wordt geschaad.
De beoordelingsmaatstaf is dus: het verdedigingsbelang
Aanmelden getuigen
De Hoge Raad stelt in zijn arrest van 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496 de eis dat de advocaat bij de (hernieuwde) aanvang van de behandeling van de zaak mededeelt dat er getuigen zijn meegebracht. Strikt genomen lijkt de Hoge Raad hiermee af te wijken van artikel 287 lid 1 Sv, dat voorschrijft dat de voorzitter vaststelt welke personen als getuige ter terechtzitting zijn verschenen. In de wijze van vaststelling laat de wet de voorzitter vrij, maar gedacht kan uiteraard worden aan het stellen van de vraag aan de verdachte of diens raadsman of er getuigen zijn meegebracht.
De Hoge Raad legt hiermee de bal bij de advocaat: die moet uit zichzelf melden dat er getuigen zijn meegebracht. Meld de advocaat de getuigen niet direct bij aanvang van de zitting aan de rechter dan geldt als maatstaf het noodzakelijkheidscriterium (Hoge Raad, 18 december 2012, LJN: BY5303).