Media-aandacht strafzaak
Een grotere strafzaak of een strafzaak met ernstige gevolgen hebben vaak de nodige media-aandacht. Een advocaat dient hier oog voor te hebben en de belangen van de verdachten hierbij in ogenschouw te nemen. Media-aandacht, persvoorlichting van de zijde van het OM en opsporingsberichtgeving kunnen de verdachte en diens strafzaak ook schaden. Als dat gebeurt, dient de advocaat erop toe te zien dat hij desondanks nog een eerlijk proces krijgt en dat nadelige gevolgen voor de verdachten worden meegewogen als vormverzuim met als consequentie niet-ontvankelijkheid OM, bewijsuitsluiting of strafvermindering.
Media-aandacht strafzaak door OM
De wijze waarop het OM om moet gaan met media-aandacht in een strafzaak is geregeld in de Aanwijzing voorlichting opsporing en vervolging. Het OM maakt onderscheid tussen persvoorlichting en opsporingsberichtgeving. Opsporingsberichtgeving is een opsporingsmiddel waarvoor een eigen juridisch kader is opgesteld in de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving. Opsporingsberichtgeving kan laten zien hoe politie en OM de opsporing ter hand nemen. Daardoor kunnen opsporingsberichtgeving en persvoorlichting elkaar overlappen
Wettelijk kader
Het juridisch kader voor de voorlichting over opsporing en vervolging wordt bepaald door de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Zie voorts HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3024 Kopschopperszaak Eindhoven: toetsing art 8 EVRM:
“Voorop staat dat het het Hof in beginsel vrij staat bij het bepalen van de straf rekening te houden met nadeel dat door media-aandacht voor verdachte is veroorzaakt, ook indien dit niet aan het toedoen van het OM is te wijten of indien dit niet als een schending van art. 8 EVRM kan worden aangemerkt. Deze factoren kunnen wel van belang zijn voor het bepalen van de ernst van het nadeel en mate waarin met die nadelige gevolgen bij de strafoplegging rekening wordt gehouden. Dat betekent overigens niet dat verdachte indien hij te lijden heeft gekregen van indringende media-aandacht omtrent zijn strafzaak, recht heeft op matiging van de hem op te leggen straf. In cassatie kan de motivering van de strafoplegging slechts op zijn begrijpelijkheid worden onderzocht. Het Hof heeft vastgesteld – hetgeen in cassatie ook niet bestreden is – dat de uitzending van de beelden en de daardoor veroorzaakte media-aandacht en o.m. op internet ontketende hetze ernstige nadelige gevolgen voor minderjarige verdachte en zijn omgeving hebben gehad en hebben geleid tot een inbreuk op het recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.”
Media-aandacht en privacy
Bij de voorlichting over strafzaak is het van groot belang dat de juiste balans gevonden wordt tussen openheid en transparantie enerzijds en de belangen van een eerlijke procesgang en de privacy van de betrokkenen anderzijds. Het OM heeft toe te zien op een eerlijke procesgang waarbij respect wordt getoond voor de positie van de rechter en de verdediging, waarbij recht wordt gedaan aan de verdachte en het slachtoffer en waarbij de privacy van verdachten, (nabestaanden van) slachtoffers en getuigen gewaarborgd is. In beginsel mogen geen persoonsgegevens verstrekt wanneer deze verstrekking kan leiden tot identificatie van de persoon en schending van diens privacy. Verstrekking van persoonsgegevens aan de pers die kunnen leiden tot identificatie dient altijd afgestemd te worden met de onderzoeksleiding.
Daarnaast moet ook de balans in het oog gehouden worden tussen enerzijds openheid en transparantie en anderzijds het belang van het onderzoek. Het uitgangspunt hierbij is: openheid waar het mogelijk is, terughoudendheid waar het nodig is. Bij de opsporing en vervolging is de waarheidsvinding het uiteindelijke doel van OM en politie. Het verstrekken van informatie aan de pers kan het onderzoek naar de ware toedracht van een zaak schaden. Daarom kan onderzoeksbelang een reden zijn bepaalde informatie niet te verstrekken.
> Meer informatie media-aandacht en privacybelangen verdachte