Buiten behandeling laten gratieverzoek

De Dienst Justis kan een gratieverzoek buiten behandeling laten in de volgende gevallen:

  • Wanneer het gratieverzoek niet volledig is ingevuld
  • Indien het gratieverzoek wordt ingediend binnen 3 maanden na onherroepelijk worden van de uitspraak
  • Indien het gratieverzoek wordt ingediend binnen een jaar na een eerder ingediend gratieverzoek
  • Bij gratie na omzetting van de taakstraf naar vervangende hechtenis

Niet volledig gratieverzoek

De Dienst Justis kan een gratieverzoek buiten behandeling laten wanneer het niet voldoet aan de eisen. De wettelijke eisen staan vermeld in artikel 3 lid 1 van de Gratiewet:

Het gratieverzoek moet minstens bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;
  • de dagtekening
  • de aanduiding van het vonnis of arrest, waarvan gratie wordt verzocht;
  • de redenen om welke gratie wordt verzocht.

Het verzoekschrift wordt ingediend op een bij ministeriële regeling vast te stellen formulier. Wanneer een derde het gratieformulier indient, moet de veroordeelde het formulier mede ondertekenen.

Indien het gratieverzoek niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt de veroordeelde in de gelegenheid gesteld om het verzoek aan te vullen binnen een bepaalde termijn. Doet hij dat niet, dan zal het gratieverzoek buiten behandeling worden gesteld.

Indiening binnen 3 maanden na onherroepelijk worden uitspraak

Het gratieverzoek wordt ook niet in behandeling genomen wanneer dit is ingediend binnen 3 maanden nadat de uitspraak waarvoor gratie wordt gevraagd onherroepelijk is geworden (artikel 4 lid 4 onder a Gratiewet).

Indiening binnen een jaar na een eerder gratieverzoek

Ook een gratieverzoek dat binnen een jaar na een eerder ingediend gratieverzoek wordt ingediend, wordt niet in behandeling genomen (artikel 4 lid 4 onder b Gratiewet)

Gratie na omzetting taakstraf naar vervangende hechtenis

Wanneer het verzoek om gratie betrekking heeft op een taakstraf, kan deze buiten behandeling worden gelaten in het geval dat de procedure ex artikel 22f, eerste lid, Wetboek van Strafrecht nog openstaat. Op grond van dit artikel kan betrokkene het openbaar ministerie verzoeken wijzigingen aan te brengen in de termijn waarbinnen met de taakstraf moet worden begonnen of waarbinnen de taakstraf moet zijn verricht dan wel in de aard van de te verrichten werkzaamheden. Tegen de beslissing van het openbaar ministerie kan de veroordeelde een bezwaarschrift indienen bij de rechter die de straf heeft opgelegd.

In de gevallen waarin het aanstonds duidelijk is dat het verzoek strekt tot een algehele kwijtschelding van de taakstraf, omdat de veroordeelde vanwege zijn geestelijke of lichamelijke gesteldheid nooit in staat zal zijn deze te verrichten, kan het gratieverzoek meteen in behandeling worden genomen.

Bron: Beleidsregels betreffende drie specifieke onderdelen van het gratie-instrument

< Terug naar Gratie
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden