De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit milieudelicten

In deze bundel wordt onderzocht op welke wijze het wederrechtelijk verkregen voordeel dient te worden berekend bij milieudelicten. In de ontnemingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie is weliswaar een berekeningswijze ten aanzien van het wederrechtelijk verkregen voordeel in het algemeen aangegeven, doch op de specifieke problematiek van de milieudelicten wordt niet ingegaan. Dit veroorzaakt in de praktijk vele problemen, onder meer met betrekking tot de vraag of bij de kostenaftrek al dan niet rekening moet worden gehouden met bedrijfseconomische en fiscaalrechtelijke inzichten. De auteurs streven ernaar bloot te leggen welke normatieve keuzen ten grondslag liggen aan de vraag hoe het wederrechtelijk verkregen voordeel bij milieudelicten dient te worden berekend. Aan de hand van die uitkomst is een lijst met vuistregels opgesteld voor de vorderingspraktijk in milieustrafzaken. Bij de totstandkoming van dit boek is gebruik gemaakt van een aantal verschillende onderzoeksmethoden. In de eerste plaats werd een analyse gemaakt van een aantal praktijkgevallen, die door de ‘werkvloer’ werden aangeleverd. In de tweede plaats werd een analyse van wetgeving en jurisprudentie uitgevoerd. Dit klassiek juridisch onderzoek was bedoeld om de geschetste problematiek te analyseren vanuit de Nederlandse doctrine en de beschikbare jurisprudentie. In de derde plaats werd een omvangrijke rechtsvergelijkende analyse verricht naar het relevante recht (wetgeving, rechtspraak en doctrine) in Duitsland, België, Denemarken en Zweden. Ten slotte is het gestelde probleem benaderd vanuit rechtseconomisch en bedrijfseconomisch/fiscaalrechtelijk perspectief.

Rapport WODC “De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit milieudelicten”

< Terug naar Ontnemingsvordering
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden