Hernieuwde oproep niet verschenen getuige
Wanneer een opgeroepen getuige niet ter zitting verschijnt, ligt het op de weg van de advocaat om een nieuw verzoek te doen om de getuige opnieuw op te roepen. Dit volgt uit het arrest HR, 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496
Het gaat daarin om de situatie dat een opgeroepen getuige niet ter terechtzitting verschijnt. De wet vereist dan dat de rechter overgaat tot hernieuwde oproeping (artikel 287 lid 3, sub b, Sv). Daarvan kan worden afgezien met uitdrukkelijke instemming van de officier van justitie en de verdachte (artikel 288 lid 3 Sv). Indien die instemming niet wordt gegeven, kan de rechtbank alleen afzien van oproeping – waaronder blijkens HR 5 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN1701 ook hernieuwde oproeping mag worden begrepen – op de gronden zoals vermeld in artikel 288 lid 1 Sv, dat wil zeggen – kort gezegd – vanwege het ontbreken van verdedigingsbelang, het bestaan van zwaarwegende belangen aan de zijde van de getuige of de zinloosheid van een nieuwe oproeping. Duidelijk is echter dat de wet niet verlangt dat de verdachte het verzoek doet dat de wel opgeroepen, maar niet verschenen getuige opnieuw wordt opgeroepen. En dat is precies wat de Hoge Raad wel verlangt in rov. 2.20. De rechter kan hernieuwde oproeping achterwege laten met als argument dat uit het uitblijven van een gemotiveerd verzoek mag worden afgeleid dat de verdediging geen prijs stelt op hernieuwde oproeping.