Media-aandacht en persberichten
Opsporingsberichtgeving
De artikelen 141 en 148 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing op de opsporingsberichtgeving. In de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving van het College van procureurs-generaal zijn dienaangaande nadere regels gesteld over de inhoud van de berichtgeving, hoe en wanneer het openbaar ministerie de verschillende vormen kan inzetten en aan welke omstandigheden het openbaar ministerie nog speciale aandacht moet geven. Zoals ook blijkt uit de Aanwijzing zelf, kan bij de inzet van opsporingsberichtgeving sprake zijn van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, ook wel het privéleven, dat wordt beschermd door artikel 8 EVRM.
Zie HR 13 oktober 2015,Print het document. ECLI:NL:HR:2015:3024
Niet raadplegen hoofdofficier van justitie voorafgaand aan opsporingsbericht, levert een onherstelbaar vormverzuim om, zonder dat hieraan een gevolg hoeft te worden verbonden nu de verdachte door dit vormverzuim niet daadwerkelijk in enig concreet belang is geschaad en daardoor ook geen nadeel heeft ondervonden in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Hierbij heeft het hof in het bijzonder rekening gehouden met de mededeling van de advocaat-generaal dat de hoofdofficier van justitie, als hem voorafgaand aan de vertoning/uitzending van de camerabeelden om toestemming zou zijn gevraagd, hij deze toestemming zeker zou hebben verleend. Derhalve kan worden volstaan met het oordeel dat een onherstelbaar vormverzuim is begaan.