Motiveringsplicht bij vormverzuimen
Af en toe oordeelt de Hoge Raad dat een door de verdediging gevoerd verweer niet voldoet aan de door hem geformuleerde criteria en aldus niet behoefde te worden besproken door de feitenrechter. De advocaat dient aldus duidelijk en gemotiveerd – aan de hand van de factoren zoals genoemd in artikel 359a, tweede lid, Sv – tot uitdrukking te brengen tot welk rechtsgevolg het door hem aangevoerde verzuim zou moeten leiden. Een verweer dat niet aan genoemde eisen voldoet kan de rechter zonder problemen terzijde schuiven.
Voorts kan de rechter een onderzoek naar de juistheid van de feitelijke grondslag van het verweer achterwege laten op grond van zijn in zijn beslissing tot uitdrukking gebrachte oordeel dat het desbetreffende verweer in verband met hetgeen daartoe is aangevoerd niet kan leiden tot één van de sancties zoals genoemd in artikel 359a Sv dan wel dat het verweer, indien gegrond, slechts zou kunnen leiden tot de enkele vaststelling dat een onherstelbaar verzuim is begaan.
Van de verdediging wordt aldus een actieve en bekwame houding verwacht indien een beroep wordt gedaan op de rechtsgevolgen zoals genoemd in artikel 359a Sv. Wordt door de advocaat niet een uitdrukkelijk en goed onderbouwd verweer gevoerd, dan hoeft de rechter hierop niet te reageren, zoals ook volgt uit de jurisprudentie.
- Rechter hoeft niet te reageren op verweer ontbreken rechtsgeldige toestemming binnentreden (HR 21 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:144)