Noodweer bij aanval in eigen woning
In deze twee zaken (eerste aanleg en hoger beroep) gaat het om een burenruzie. Terwijl de bewoners van de woning lagen te slapen, wordt er ineens hard tegen de deur geklopt. Dat gaat zover dat op enig moment de kunstofdeur wordt ingeslagen. De bewoner pakt een mes en kiest de tegenaanval. Omdat een en ander bij de eigen woning gebeurde, was er toch sprake van noodweer, ook al werd de tegenaanval gekozen. De bewoners konden immers niet vluchten en hadden 112 al gebeld.
Casus noodweer
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep blijkt de volgende gang van zaken.
Verdachte en haar toenmalige partner [partner] liggen te slapen op de bovenverdieping van hun woning. Rond half twee ’s nachts worden zij gewekt door gebonk en geschreeuw. Er staan mensen voor hun deur – naar blijkt beide aangevers – en die trappen en slaan daar tegenaan. Verdachte en [partner] gaan naar beneden. Verdachte kijkt door het raam van de woonkamer en ziet een voor haar onbekende persoon voor het raam staan, terwijl het geweld op de deur voorduurt. [partner] belt 112. Nadat verdachte de (kunststof) voordeur ziet indeuken door het daarop uitgeoefende geweld, pakt verdachte een mes uit de keuken. Met het mes in de hand loopt verdachte richting de voordeur. [partner] houdt contact met 112 en loopt naar de voordeur om deze te openen om te bezien wie de belagers zijn. Op het moment dat hij de sleutel omdraait wordt het paneel uit de deur getrapt of geslagen en tegelijkertijd of althans direct daarna ontstaat een hoop tumult van zeer korte duur, zo blijkt uit het geluidsfragment van de 112-melding. In dat tumult loopt [benadeelde 1] een steekwond op die is veroorzaakt door het mes van verdachte
Noodweer nu verdachten zich niet aan het dreigende geweld konden onttrekken
Rechtbank Leeuwarden , 23 maart 2010, LJN: BL8624
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot de conclusie dat verdachte in haar eigen huis angst aangejaagd werd door meerdere onbekenden die zich gewelddadig gedroegen. Verdachte was bang dat de deur zou worden ingetrapt, wat uiteindelijk ook is gebeurd, en was logischerwijs in de veronderstelling dat deze mensen kwade bedoelingen hadden. Haar angst werd versterkt door het feit dat verdachte en haar partner al geruime tijd waren verzeild in een burenruzie.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat er sprake is geweest van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding waartegen verdediging noodzakelijk en geboden was.Redelijke alternatieven om zich aan het dreigende geweld te ontrekken waren er niet.
Pakken mes is niet disproportioneel
LJN: BP6065, Gerechtshof Leeuwarden, 18 februari 2011
Vaststaat dat verdachte op het moment dat ze besluit om een mes te pakken, is geconfronteerd met een situatie dat in de nachtelijke uren een aantal onbekende lieden tegen de voordeur stond te slaan en te trappen en dat de deur onder het aangewende geweld dreigde te bezwijken. Verdachte heeft kunnen concluderen dat deze lieden geen goede bedoelingen hadden en haar vrees dat men trachtte de woning binnen te dringen is begrijpelijk. Aldus acht het hof sprake van een noodsituatie, waarin sprake was van bedreiging van lijf en goederen. Dat verdachte in die situatie een mes heeft gepakt ter noodzakelijke verdediging is niet disproportioneel, te meer nu verdachte niet kon weten of de belagers al dan niet in het bezit waren van enig (slag)wapen.