Verzoek horen getuigen zitting eerste aanleg
Wanneer een advocaat wil dat er voor de zitting in eerste aanleg of tijdens de zitting nog getuigen worden gehoord, kan hij dat op verschillende manieren:
1. Verzoek aan de rechter-commissaris
Op grond van artikel 182 Sv. kan de advocaat een verzoekschrift indienen bij de rechter-commissaris om onderzoekshandelingen te verrichten, waaronder het horen van getuigen. De maatstaf voor de beoordeling van een dergelijk verzoek is het verdedigingsbelang.
> Meer informatie verzoek onderzoekshandeling aan rechter-commissaris
2. Verzoek aan de officier van justitie
Op grond van artikel 263 Sv. kan de advocaat schriftelijk een verzoek indienen bij de officier van justitie om getuigen op te roepen voor de zitting. De advocaat kan in beginsel tot uiterlijk 10 dagen voor de zitting dit verzoek indienen bij de officier van justitie. In dat geval is de maatstaf voor de beoordeling van het verzoek het ‘verdedigingsbelang‘.
> Meer informatie oproepen getuigen via de officier van justitie
3. Getuigen meenemen naar de zitting
Op grond van artikel 287 lid 2 Sv. kan de advocaat getuigen meenemen naar de zitting om dan te worden gehoord door de rechter. De advocaat moet dan aan het begin van de zitting direct aan de rechter melden dat hij getuigen heeft meegenomen om te worden gehoord, wat zij zouden kunnen verklaren en waarom hij meent dat het in het belang van zijn cliënt is dat deze getuigen worden gehoord. De maatstaf voor de beoordeling van een dergelijk verzoek is het verdedigingsbelang.
> Meer informatie meebrengen getuigen naar de zitting
4. Ter zitting aan de rechter vragen
De advocaat kan op grond van artikel 328 Sv. ook tijdens de zitting aan de rechter vragen om ambtshalve te besluiten om getuigen op te roepen. Het ambtshalve oproepen van getuigen door de rechter is geregeld in artikel 315 Sv. De maatstaf voor de beoordeling van dit verzoek is het noodzakelijkheidscriterium.