Wraking rechter
Iedereen heeft recht op onpartijdige rechtspraak. Als één van de partijen in een rechtszaak de indruk heeft dat de rechter vooringenomen is, kan hij verzoeken om de rechter te laten vervangen door een andere rechter. Dit heet wraking.
Wraking in de wet
In artikel 512 Wetboek van Strafvordering (Sv.) is de mogelijkheid geregeld om de verdachte in het strafrecht te wraken.
"Op verzoek van de verdachte of op het Openbaar Ministerie kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden."
De wettelijke grondslag om te kunnen wraken is ruim geformuleerd nu het kan gaan om 'feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden'. De omstandigheden van het geval spelen hier dus een belangrijke rol.
Onpartijdige en onafhankelijke rechter
Artikel 6 lid 1 EVRM gaat uit van berechting door een onpartijdige en onafhankelijke rechter. Rechterlijke onpartijdigheid is vormt een noodzakelijke
voorwaarde voor de legitimiteit van het rechterlijk optreden. Ook is het een eerste vereiste voor het vertrouwen van de burger in de rechtspraak. Om dit te garanderen hanteert de Raad voor de rechtspraak de
Bij de beoordeling van een wrakingsverzoek staart derhalve voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn. Dat is alleen anders als er gerechtvaardigde vrees is van vooringenomenheid. Deze vrees, kan zijn gebaseerd op een subjectieve gronden (de persoon, dan wel de achtergrond van de raadsheren), maar op objectieve gronden (de aard van de beslissing). In het bijzonder kan het o.a. gaan om de beslissing om diverse onderzoekswensen van de verdediging af te wijzen, zo zagen we in de zaak Wilders. In uitzonderlijke gevallen kan een wrakingsverzoek dan toch worden toegewezen, namelijk als de beslissing dermate onbegrijpelijk is dat daarvoor redelijkerwijs geen andere verklaring is te geven dan vooringenomenheid.
Tijdstip wrakingsverzoek
In artikel 513 Sv wordt bepaald dat het verzoek dient te worden gedaan, zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Hierin wordt dus geen termijn genoemd. Voor de voortgang van een procedure is het echter belangrijk dat met indiening van een wrakingsverzoek niet te lang wordt gewacht. Uit het protocol blijkt dat een wrakingsverzoek in elke stand van het geding kan worden ingediend, mits voor de einduitspraak en zodra de wrakingsgronden bekend zijn geworden.
Een wrakingsverzoek dat wordt ingediend dat ingediend wordt na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting en voor de uitspraak, kan ook nog tijdig zijn, maar moet wel aan aanvullende eisen voldoen. Zo dient het verzoek op een zodanig tijdstip binnengekomen te zijn dat de rechters daar nog redelijkerwijs kennis van konden nemen (HR 13 april 2010, LJN BJ9926).
Gaat het om een wrakingsverzoek op grond van onjuiste bejegening dan geldt een kortere termijn dan een wrakingsverzoek op grond van juridisch-technische gronden. Een dergelijk verzoek vereist logischerwijs meer bestudering en tijd (Rb. Amsterdam 10 februari 2009, LJN BH6565). Indien de raadsman een uur laat verstrijken tussen de onjuiste bejegening en het indienen van het verzoek hiertegen, is dit echter nog geen reden voor niet-ontvankelijkheid.