Beroep tegen gedragsaanwijzing officier van justitie
Een officier van justitie kan aan een verdachte een gedragsaanwijzing opleggen. Indien u het niet eens bent met deze gedragsaanwijzing, kunt u hiertegen beroep instellen bij de rechtbank.
Beoordelingskader rechtbank bij beroep tegen gedragsaanwijzing
Als uitgangspunt voor de beoordeling van het beroep geldt dat de rechtbank moet toetsen:
-
of er ernstige bezwaren bestaan tegen verdachte ter zake van een strafbaar feit waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat, dan wel ter zake van een strafbaar feit in verband waarmee de vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag, dan wel in verband waarmee vrees bestaat voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor goederen oplevert;
-
of de opgelegde gedragsaanwijzing proportioneel is.
Bij de toetsing of de opgelegde gedragsaanwijzing proportioneel is, gaat het om de mate waarin de vrijheid van verdachte wordt beperkt in verhouding tot de ernst van het feit en de doeltreffendheid van de gedragsaanwijzing
Gegrond verklaard beroep tegen gedragsaanwijzing
In de jurisprudentie zien we steeds meer zaken waarbij het beroep tegen de gedragsaanwijzing gegrond wordt verklaard:
Aard en omvang conflict onduidelijk
Rechtbank Den Haag, 19 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:8229
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer blijkt onvoldoende dat naar aanleiding van de verdenking vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens een persoon of personen. De aard en omvang van een mogelijk familieconflict zijn onbekend en onduidelijk is of [naam] van verdachte hierbij betrokken is. Voorts is verdachte niet eerder veroordeeld voor vernieling en is niet gebleken dat verdachte eerder betrokken is geweest bij problemen of incidenten binnen de familie. Onder deze omstandigheden dient het door verdachte ingestelde beroep tegen de gedragsaanwijzing gegrond te worden verklaard.
Dossier niet (volledig) bij behandeling beroep
Rechtbank Noord-Holland, 9 oktober 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:9376
Officier van justitie geeft gedragsaanwijzing art. 509hh Sv. aan lid motorclub: uitgaansverbod in centrum Alkmaar. Verdachte stelt daartegen beroep in. Openbaar Ministerie is niet in staat voor de zitting dossier aan de rechtbank te doen toekomen. Rechtbank verklaart beroep gegrond.
Rechtbank 's-Hertogenbosch, 25 februari 2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BP8553
De rechter stelt vast dat de rechtbank niet beschikt over het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost met voormeld parketnummer. De rechter moet op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering een eigen afweging maken omtrent het bestaan van ernstige bezwaren tegen betrokkene ter zake van overtreding van de artikelen 141 en/of 300 van het Wetboek van Strafrecht. De rechter is van oordeel dat onvoldoende is gebleken van deze ernstige bezwaren tegen betrokkene uit de (voor de rechtbank beschikbare) betrekkelijke stukken met bovenstaand RK-nummer. Derhalve zal de rechter als volgt beslissen.