Horen verbalisant wanneer bewijs in beslissende mate steunt om die verklaring
Een advocaat heeft altijd het recht om de verbalisant te ondervragen indien het bewijs in beslissende mate steunt op die verklaring.
Dit verzoek moet ook wel goed worden onderbouwd (HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1953). De Hoge Raad herhaalt hier de relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2017:1016 met betrekking tot de aanspraak verdediging op behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen en de vraag of de bewezenverklaring in beslissende mate steunt op de verklaring van een, ondanks het nodige initiatief daartoe, niet door de verdediging ondervraagde getuige.
“Nu de bewezenverklaring uitsluitend is gebaseerd op het door verbalisant A opgemaakte p-v van bevindingen m.b.t. het strafbare feit dat tegen deze verbalisantzelf is gepleegd, verdachte de betrouwbaarheid van dat b.m. op wezenlijke onderdelen heeft betwist en verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, niet in enig stadium van het geding gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid A als getuige te ondervragen, brengt dit, gelet ook op hetgeen is vooropgesteld, mee dat het Hof in strijd met art. 6 EVRM het door verbalisant A opgemaakte p-v van bevindingen voor het bewijs heeft gebezigd. In dat verband is nog van belang dat niet is gebleken dat verdachte op enigerlei wijze is gecompenseerd voor het ontbreken van een mogelijkheid om A als getuige te ondervragen. Volgt vernietiging en terugwijzing.”