Appelschriftuur is tevens kennisgeving optreden advocaat tijdens hoger beroep
In Hoge Raad, 13 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1072 had de advocaat wel een appelschriftuur ingediend, maar hij had zich niet formeel gesteld. Het hof had de zaak bij verstek afgedaan, maar dat vond de Hoge Raad niet goed.
“2.5. Het kennelijke oordeel van het Hof dat uit het hiervoor onder 2.2 sub (i) genoemde stuk niet kan blijken dat de verdachte zich in hoger beroep van rechtsbijstand door G. Szegedi had voorzien en het voorschrift van art. 51 (oud) Sv in het onderhavige geval niet van toepassing is, geeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ofwel blijk van een onjuiste rechtsopvatting ofwel is niet begrijpelijk.”
Beoordelingskader
Art. 38 lid 1 Sv bepaalt dat de verdachte te allen tijde bevoegd is een of meer raadslieden te kiezen. Behoudens in het geval van voortijdige beëindiging van diens werkzaamheid, geldt de keuze van een raadsman – evenals ingevolge art. 43 lid 1 (oud) Sv de toevoeging van een raadsman – voor de gehele aanleg waarin zij heeft plaatsgehad. Die aanleg is beëindigd als de desbetreffende uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan of als daartegen een gewoon rechtsmiddel is ingesteld. Ingevolge art. 39 lid 1 (oud) Sv geeft de gekozen raadsman van zijn optreden als zodanig, wanneer de officier van justitie reeds in de zaak betrokken is, schriftelijk kennis aan de griffier of, als dat nog niet het geval is, aan de betrokken hulpofficier.
De regeling van art. 39 (oud) Sv moet worden beschouwd als een ordemaatregel en een schriftelijke kennisgeving vormt geen noodzakelijke voorwaarde om als raadsman te kunnen optreden. Indien uit enig in het dossier aanwezig stuk aan de rechter of de andere justitiële autoriteiten kan blijken dat de verdachte voor de desbetreffende aanleg voorzien is van rechtsbijstand door een raadsman, dan behoort deze raadsman als zodanig te worden erkend (HR 11 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY4303, NJ 2013/30, NbSr 2013/20).
< Terug naar Bepaaldelijke volmacht advocaat strafrecht