Aanhoudingsverzoek strafzaak afwezigheid verdachte
Geplaatst op: 10 november 2018Bij de beslissing op verzoek tot aanhouding van behandeling van zijn strafzaak, dient de rechter een afweging te maken van alle daarbij betrokken belangen
1. het belang van de verdachte bij het kunnen uitoefenen van zijn aanwezigheidsrecht
2. het belang dat niet alleen de verdachte maar ook de samenleving heeft bij een doeltreffende en spoedige berechting
3. het belang van een goede organisatie van de rechtspleging
Het OM kan niet meer ontvankelijk worden verklaard bij overschrijding van de redelijke termijn. Dan moet toch ook de officier een redelijke kans krijgen voor de aanwezigheid op zitting
Lees meer >
Uitstel zitting omdat verdachte dagvaarding niet had ontvangen
Geplaatst op: 07 januari 2018De advocaat van de verdachte vroeg ter zitting uitstel omdat de verdachte geen dagvaarding had ontvangen. De advocaat verklaarde dat de verdachte wel bekend was met de zitting (via de advocaat geïnformeerd). Het hof wees het verzoek af op de grond dat het onvoldoende gemotiveerd zou zijn, maar de Hoge Raad maakte hier korte metten mee.
De Hoge Raad herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:1999:ZD1314 m.b.t. de bij de beslissing op een aanhoudingsverzoek te maken afweging van belangen. Uit ’s Hofs motivering van de afwijzing van het verzoek tot aanhouding van het onderzoek ttz. blijkt niet dat het Hof deze afweging van belangen heeft gemaakt, terwijl het ook niet is ingegaan op hetgeen aan het aanhoudingsverzoek ten grondslag is gelegd. Daarom is ’s Hofs afwijzing van het verzoek ontoereikend gemotiveerd (HR 30 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:974).
Lees meer >
Verzoek advocaat om aanhouding na onjuiste notering zitting in agenda ten onrechte afgewezen
Geplaatst op: 06 januari 2018Het gerechtshof had de griffier naar het kantoor van de advocaat laten bellen toen niemand ter zitting was verschenen. De secretaresse gaf aan dat de advocaat de zitting niet goed in de agenda had genoteerd en vroeg om aanhouding van de zitting. Het gerechtshof deed echter de zaak bij verstek af. De Hoge Raad accepteerde dat niet en casseerde. Met het oog op belang van het recht op verdediging had het Hof die afwijzing met redenen behoren te omkleden HR 31 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:118).
Lees meer >
Belangenafweging en motiveringsverplichting na beroep aanwezigheidsrecht
Geplaatst op: 06 januari 2018Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad kan een verdachte die verhinderd is om te verschijnen, ook als hij van zijn aanwezigheidsrecht geen afstand heeft gedaan, niet altijd aanspraak maken op een schorsing van het onderzoek ter terechtzitting. In dat verband geldt als uitgangspunt dat de rechter die over een aanhoudingsverzoek oordeelt, een afweging moet maken tussen het belang dat de verdachte heeft om gebruik te maken van zijn aanwezigheidsrecht en het belang dat de samenleving heeft bij een spoedige berechting en een goede organisatie van de rechtspleging.
Daarbij wordt van de verdachte die hoger beroep instelt en prijs stelt op berechting op tegenspraak verwacht dat hij een zekere verantwoordelijkheid neemt om ervoor te zorgen dat hij op de hoogte blijft van de voortgang van de behandeling van de zaak en hiertoe contact onderhoudt met zijn raadsman.2 Ook het EHRM gaat ervan uit dat van de verdachte inspanningen mogen worden gevergd om ter terechtzitting aanwezig te zijn.3
Daar staat tegenover dat aan een verzoek van de verdachte om aanhouding omdat hij gebruik wil maken van zijn aanwezigheidsrecht, mits hij voor de noodzaak van een uitstel aannemelijke gronden aanvoert, niet zomaar voorbij mag worden gegaan. De afwijzing van een voldoende duidelijk en behoorlijk onderbouwd verzoek4 moet worden gemotiveerd, zodat in cassatie toetsbaar is of het hof de op het spel staande belangen op een juiste wijze heeft afgewogen, zonder daarbij het recht van de verdachte op een eerlijk proces zoals bedoeld in art. 6 EVRM te schenden.5 Over de vereiste belangenafweging die uit de motivering moet blijken bestaat een (omvang)rijke jurisprudentie die casuïstisch van aard is en wellicht ook daarom zo vaak inzet is van een cassatieprocedure, zoals ook in onderhavige zaak.
Lees meer >
Onterechte verstekverlening omdat verdachte achteraf ziek bleek te zijn
Geplaatst op: 30 januari 2016Wanneer naar later blijkt de verdachte niet in staat was om op de zitting te verschijnen en ook zelf niet in staat was om aanhouding te vragen, bestaat er nog een mogelijkheid om in cassatie bij de Hoge Raad te klagen over de verstekverlening. Dit volgt uit HR 20 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:89. De verdachte in casu was acuut opgenomen geweest op de afdeling urologie van het […] ziekenhuis en dat hij op 27 november 2013 onder algehele anesthesie is geopereerd aan nierstenen. De (niet-gemachtigde) raadsvrouw van de verdachte was hier niet mee bekend. Dit was volgens de Hoge Raad voldoende reden om de zaak naar het hof terug te verwijzen.
Lees meer >
Aanhoudingsverzoek vanwege niet ontvangen dagvaarding
Geplaatst op: 28 december 2015De advocaat kan een verzoek tot aanhouding van de zitting bepleiten wanneer de verdachte de dagvaarding heeft ontvangen. De advocaat moet hierbij altijd zorgvuldig zijn woorden kiezen. Zo is het niet altijd verstandig wanneer de raadsman aanvoert de avond daarvoor contact te hebben gehad met zijn client en dat zijn client bekend is met de zitting, maar dat hij niet komt omdat hij geen dagvaarding had ontvangen, terwijl blijkt dat de dagvaarding wel juist is betekend (HR 5 januari 2010, LJN BK2145).
De Hoge Raad benadrukt in het arrest dat bij de beslissing op een aanhoudingsverzoek de rechter een afweging moet maken tussen alle daarvoor in aanmerking komende belangen, waaronder het aanwezigheidsrecht van de verdachte, maar ook het belang van een spoedige berechting, welk belang niet alleen geldt voor de verdachte, maar ook voor de samenleving, en het belang van een goede organisatie van de rechtspleging.
Lees meer >
OM niet-ontvankelijk na uitzetten verdachte
Geplaatst op: 28 december 2015Dat het door toedoen van het OM niet meer gebruik kunnen maken van het aanwezigheidsrecht kan zelfs leiden tot een niet-ontvankelijkheid van het OM zien we in een uitspraak van het hof Arnhem (26 maart 2010, LJN BM0293). In deze zaak was de verdachte uitgezet naar Congo. De gemachtigd raadsman verzocht niet-ontvankelijkheid gelet op het feit dat het OM had gehandeld in strijd met art. 6 EVRM en de vreemdelingencirculaire. De A-G vond dat niet-ontvankelijkheid niet aan de orde was omdat de verdachte niet ter voorkoming van zijn juridische uitzetting had aangegeven dat hij gebruik wilde maken van zijn aanwezigheidsrecht, maar het hof oordeelde dat niet was gebleken dat verdachte afstand had gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. De inbreuk op het aanwezigheidsrecht zou onvoldoende kunnen worden gecompenseerd door de omstandigheid dat de raadsman was gemachtigd om buiten aanwezigheid van de verdachte het woord te voeren.
De verdachte is niet de op grond van art. 36 Overleveringswet gewaarborgde mogelijkheid geboden om de behandeling van het hoger beroep bij te wonen.