Geen voorlopige hechtenis bij bootongeluk door schuld

De raadkamer van de rechtbank Midden-Nederland heeft de vordering om de voorlopige hechtenis te verlengen afgewezen. Het gaat om een 49-jarige man uit Oosterbeek die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanvaring op de Vinkeveense Plassen. Volgens de rechtbank ontbreken de ernstige bezwaren voor doodslag (geen opzet) en is voorlopige hechtenis niet toegelaten voor dood door schuld (art. 307 Sr.)

Ten aanzien van het primair ten laste gelegde (artikel 287 Sr, doodslag)

Gelet op de huidige stand van zaken in het onderzoek, de nader in de procedure gebrachte stukken en de stand van de jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat ernstige bezwaren ontbreken vanwege het ontbreken van (voorwaardelijk) opzet.

RB:

“Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde (artikel 307 Sr, dood door schuld):
Artikel 307 Sr valt uiteen in twee gedeelten. Lid 1 bepaalt dat hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, terwijl lid 2 bepaalt dat indien de schuld bestaat in roekeloosheid, de strafmaat wordt verdubbeld tot ten hoogste vier jaren.

Gelet op de strikte uitleg van de Hoge Raad van het begrip roekeloosheid, ziet de rechtbank vooralsnog onvoldoende ernstige bezwaren jegens verdachte met betrekking tot het in lid 2 verwoorde strafverzwarende aspect van de roekeloosheid.

Ten aanzien van het in lid 1 verwoorde (“aan wiens schuld de dood is te wijten”) neemt de rechtbank wel ernstige bezwaren aan, de huidige stand van het onderzoek in aanmerking genomen.
Nu voor artikel 307 lid 1 Sr geldt dat voorlopige hechtenis daarvoor niet is toegelaten, is er geen andere conclusie dan dat de vordering tot gevangenhouding dient te worden afgewezen en dat de onmiddellijke invrijheidstelling zal moeten volgen. Op de aangevoerde gronden behoeft de rechtbank dus niet nader in te gaan.
De rechtbank is zich er zeer van bewust dat het overlijden van de slachtoffers ernstig leed heeft veroorzaakt bij de familie van de slachtoffers. Het is ook zeer voorstelbaar dat er een breed gedragen publieke verontwaardiging bestaat over het vaargedrag van verdachte, hoe dat verder ook juridisch zal worden gekwalificeerd. Ten overvloede overweegt de rechtbank als volgt: bij de inhoudelijke behandeling van de zaak die zal volgen zodra het onderzoek is afgerond zal op alle aspecten van de zaak worden ingegaan. Niet ondenkbaar is dat, gelet op de ernst van het feit en de dramatische gevolgen, een veroordeling zal volgen waarbij een gevangenisstraf zal worden opgelegd.

< Terug naar Voorarrest
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden