De toepassing van de voorlopige hechtenis ingeval de verdenking een terroristisch misdrijf
Geplaatst op: 07 september 2018De introductie van de mogelijkheid van een dermate langdurende vrijheidsbeneming deed bij mij de vraag rijzen of dit nog wel verenigbaar is met het recht op vrijheid, zoals dit is neergelegd in artikel 5 EVRM en of het feit dat er sprake is van verdenking van een terroristisch misdrijf de grote discrepantie tussen de duur van de voorlopige hechtenis ingeval het een verdachte van een terroristisch misdrijf betreft en ingeval het een verdachte van een commune misdrijf betreft rechtvaardigt. Mijn onderzoeksvraag luidt daarom:
‘Is toepassing van voorlopige hechtenis zoals bedoeld in artikel 66, derde lid van het Wetboek van Strafvordering ingeval de verdenking een terroristisch misdrijf betreft, gerechtvaardigd in het licht van het recht op vrijheid en veiligheid, zoals bedoeld in artikel 5 EVRM?’
Lees meer >
Geslaagd beroep noodweerexces bij voorlopige hechtenis; afwijzing vordering gevangenhouding
Geplaatst op: 17 augustus 2018Ook in de fase van de voorlopige hechtenis kan door de verdediging met succes een beroep worden gedaan op noodweer(exces). Dat blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2013:6293. In dat kader zijn verschillende verweren mogelijk;
- Vanwege het beroep op noodweerexces is de maatschappij niet ernstig geschokt wanneer de verdachte in vrijheid zou worden geste;d
- Er moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat later een gevangenisstraf van kortere duur wordt opgelegd dan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht (anticipatiegebot)
Vanwege deze redenen werd in de genoemde uitspraak de vordering tot gevangenhouding afgewezen.
Lees meer >
Geen voorlopige hechtenis bij bootongeluk door schuld
Geplaatst op: 12 november 2017De raadkamer van de rechtbank Midden-Nederland heeft de vordering om de voorlopige hechtenis te verlengen afgewezen. Het gaat om een 49-jarige man uit Oosterbeek die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanvaring op de Vinkeveense Plassen. Volgens de rechtbank ontbreken de ernstige bezwaren voor doodslag (geen opzet) en is voorlopige hechtenis niet toegelaten voor dood door schuld (art. 307 Sr.)
Lees meer >
Verlenging inverzekeringstelling alleen bij dringende noodzakelijkheid
Geplaatst op: 20 mei 2017Verlenging van de inverzekeringstelling is alleen toegestaan bij dringende noodzakelijkheid, zeker als het gaat om een minderjarige verdachte. Dit volgt o.a. uit Rechtbank Gelderland, 15 juli 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2166 :
“Niet is gebleken van een dringende noodzakelijkheid tot verlenging van de inverzekeringstelling. Zeker bij een minderjarige verdachte staat voorop dat diens vrijheidsbeneming zo kort mogelijk dient te zijn, gelet op hetgeen is neergelegd in onder meer art. 5 EVRM. Onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte gelast.”
Lees meer >
Uitgangspunt: voorlopige hechtenis is ultimum remedium
Geplaatst op: 27 maart 2017Het uitgangspunt is altijd dat een verdachte onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is. Dit is onder andere vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Het recht op vrijheid is terug te vinden in artikel 15 Grondwet, artikel 5 EVRM en artikel 9 IVBPR. Voorlopige hechtenis is wel mogelijk onder dit recht, maar het mag alleen als uiterst middel (ultimum remedium): worden ingezet. De waarborgen voor motivering van de voorlopige hechtenis op basis van deze mensenrechten zijn:
- Een bevel tot voorlopige hechtenis moet gemotiveerd zijn.
- De motivering mag niet ‘algemeen en abstract’ zijn.
- Autoriteiten moeten ‘relevante en voldoende’ redenen geven voor voortzetting van
de voorlopige hechtenis. - De zwaarte van de (waarschijnlijke) straf is geen op zich zelf staande reden voor
voorlopige hechtenis. - Hoe langer de hechtenis, hoe grondiger de rechterlijke toetsing.
- De voorlopige hechtenis mag niet gebruikt worden om een verdachte zijn straf
alvast te laten uitzitten. - De rechter moet alternatieven voor hechtenis overwegen.
Lees meer >
Literatuur en artikelen over voorlopige hechtenis
Geplaatst op: 28 januari 2017Wij bieden u een overzicht van interessante artikelen en literatuur over de voorlopige hechtenis.
Lees meer >
EHRM Geisterfer vs Nederland: 12 jaarsgrond in hoger beroep na eerdere schorsing voorlopige hechtenis
Geplaatst op: 28 januari 2017Een herleving van het voorarrest wegens het bestaan van een geschokte rechtsorde moet worden gestaafd aan de hand van concrete feiten en omstandigheden waaruit de maatschappelijke onrust zou blijken. Dat is de kern van de uitspraak EHRM 9 december 2014 , appl.no. 15911/08 (Geisterfer vs Nederland).
Lees meer >
Invrijheidstelling na vergeten vordering verlenging voorlopige hechtenis
Geplaatst op: 31 december 2016Na een schorsing van het onderzoek ter zitting heeft de politierechter verzuimd om de voorlopige hechtenis te verlengen. De zaak werd voor onbepaalde tijd aangehouden. Na het verstrijken van de termijn moet de verdachte dan in vrijheid worden gesteld vanwege het ontbreken van een titel (Rb Limburg, 28 oktober 2016, ECLI:NL:RBLIM:2016:9585).
Lees meer >
Artikelen over voorlopige hechtenis
Geplaatst op: 04 december 2016Een overzicht van de interessante artikelen over voorlopige hechtenis:
Lees meer >
Beoordeling voorlopige hechtenis vlg EHRM
Geplaatst op: 30 augustus 2016In het licht van het voorgaande, en zeker na Kanzi en Hendriks, kan ervan uit worden gegaan dat het Hof niet al te snel zal oordelen dat een Nederlandse voorlopige hechtenis in strijd is met het EVRM. De Nederlandse procedurevoorschriften voorzien vanaf de aanvang van de voorlopige hechtenis in een onderbouwing op basis van wettelijk vastgelegde, door Straatsburg erkende gronden. Die gronden worden bovendien periodiek getoetst. De Nederlandse voorschriften gaan derhalve veel verder dan de minimumnormen van Straatsburg en een strenge toets van die voorschriften ligt in de meeste gevallen dan ook niet voor de hand. Pas in geval van een aanzienlijke duur van de voorlopige hechtenis – een dergelijk Nederlands geval is nog nooit bij het Hof aangebracht – zou het kunnen gebeuren dat het Hof de houdbaarheid van de gronden nader gaat toetsen. Tot een verandering van de bestaande praktijk wordt de Nederlandse rechter door de hierboven beschreven, grotendeels procedurele en tevens minimale toets echter geenszins gedwongen.