Geslaagd beroep noodweerexces bij voorlopige hechtenis; afwijzing vordering gevangenhouding
Ook in de fase van de voorlopige hechtenis kan door de verdediging met succes een beroep worden gedaan op noodweer(exces). Dat blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2013:6293. In dat kader zijn verschillende verweren mogelijk;
- Vanwege het beroep op noodweerexces is de maatschappij niet ernstig geschokt wanneer de verdachte in vrijheid zou worden geste;d
- Er moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat later een gevangenisstraf van kortere duur wordt opgelegd dan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht (anticipatiegebot)
Vanwege deze redenen werd in de genoemde uitspraak de vordering tot gevangenhouding afgewezen.
Gerechtshof: verweer noodweerexces heeft goede kans van slagen
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat ernstige bezwaren tegen verdachte bestaan ter zake van het feit waarop de voorlopige hechtenis berust. Eveneens is het hof van oordeel dat de onderzoeksgrond thans nog aanwezig is. Ten aanzien van de 12-jaarsgrond is dat anders; gelet op de omstandigheden waaronder het feit is begaan – het hof wijst hiertoe op het navolgende – acht het hof die grond niet aanwezig.
Het bestaan van de onderzoeksgrond neemt niet weg dat, naar het oordeel van het hof, sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat het beroep van de verdachte op noodweer, dan wel noodweerexces, kans van slagen heeft. Dit geldt ook – het nog te verrichten onderzoek heeft daarop betrekking – ingeval er vanuit moet worden gegaan dat verdachte zelf het mes, waarmee het slachtoffer is gestoken, uit de woning heeft gepakt en daarmee naar buiten is gegaan.
Het hof wijst er op dat ’s hofs oordeel is gebaseerd op het procesdossier zoals dat thans beschikbaar is. De zittingsrechter zal op basis van het uiteindelijke dossier en het onderzoek ter terechtzitting een definitief inhoudelijk oordeel vellen.
Gelet op het vorenoverwogene zal het hof de beschikking van de rechtbank vernietigen, de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de gevangenhouding van verdachte afwijzen en de voorlopige hechtenis van verdachte opheffen.
Geen ernstig geschokte rechtsorde
Ook in een zaak die speelde bij de rechtbank Zeeland West-Brabant (niet gepubliceerd) werd de vordering tot gevangenhouding afgewezen omdat niet voldaan werd aan het criterium van de geschokte rechtsorde, De rechtbank overwoog het volgende:
“Wanneer het publiek bekend is met alle feiten en omstandigheden waaronder dit vermoedelijk begane feit werd gepleegd, moet worden aangenomen, moet er worden aangenomen dat er geen reacties van het publiek komen bij vrijlating. Deze omstandigheden leiden ertoe dat de vordering gevangenhouding moet worden afgewezen en het bevel tot voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.”
< Terug naar Voorarrest