Gratie bij levenslang

Uit twee recente uitspraken van de Haagse voorzieningenrechter blijkt dat de rechter die de Koning adviseert over het gratieverzoek en de voor de gratiebeslissing verantwoordelijke bewindsman van mening verschillen over de uitleg van de Europese rechtspraak inzake de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Dit leidt niet alleen tot een onverkwikkelijk openbaar debat over de toekomst van juist degenen die zich in een uitzonderlijk kwetsbare positie bevinden maar zet ook het gratie-instituut op het spel. Indien de bewindsman geen oog meer heeft voor het in de Gratiewet vervatte evenwicht tussen rechter en administratie om de inbreuk op de machtenscheiding, die gratieverlening in feite is, te rechtvaardigen, beantwoordt het recht van gratie niet meer aan zijn doel. Dit doel is namelijk ‘ertoe bij te dragen dat door de onafhankelijke rechter opgelegde sancties in overeenstemming met eisen van rechtvaardigheid, humaniteit en doelmatigheid ten uitvoer worden gelegd’ (Memorie van toelichting Gratiewet, p. 14 en 15).

Het recht van gratie, NJB

 

< Terug naar Gevangenisstraf
< Terug naar Gratie
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden