Grondslagverlating tenlastelegging nu verdachte geen betrokkenheid had bij overval, wel bij diefstal jas nadat die gevallen was
De verdachte had een jas gestolen, die ook al was gestolen door twee overvallers. De verdachte werd vervolgd voor het medeplegen van die overval, maar het hof Amsterdam oordeelde dat dit niet kon. Daarmee werd de grondslag van de tenlastelegging verlaten, nu de tenlastelegging zag op de overval en niet op de ‘kale’ diefstal van de jas die op de grond was gevallen (Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3022).
Verweer advocaat: grondslagverlating tenlastelegging
De advocaat heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Hij heeft aangevoerd dat de verdachte geen medepleger is van de straatroof omdat deze door twee anderen is gepleegd. De tenlastegelegde diefstal ziet uitsluitend op de diefstal met geweld door twee anderen en niet op de handeling van de verdachte, die hierna de jas van het slachtoffer heeft opgeraapt en onder zijn jas gedaan. Van enige betrokkenheid van de verdachte bij de twee daders van de straatroof is niet gebleken. De grondslag van de tenlastelegging zou worden verlaten indien het Hof de verdachte veroordeelt voor diefstal van de jas. Evenmin heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan heling of verduistering van de jas.
Hof: grondslagverlating tenlastelegging
Het Hof acht gelet op de stukken in het dossier en hetgeen is verhandeld ter terechtzitting in hoger beroep de onbekend gebleven NNI en NN2 verantwoordelijk voor de straatroof op 1 juli 2016 in Amsterdam, waarvan D.E. Pico Olvera het slachtoffer is geworden. De tenlastelegging van de diefstal met geweld is in haar geheel toegeschreven op de handelingen van NNI en NN2. Deze personen zouden op grond van de bewijsmiddelen in het dossier met uitsluiting van enig ander hiervoor veroordeeld kunnen worden.
De verdachte, die in het dossier NN3 wordt genoemd, en zijn metgezel S., die is herkend als NN4, hebben daarin geen aandeel gehad. De verdachte heeft bekend dat hij na de straatroof de jas van het slachtoffer, die op straat was terechtgekomen, heeft opgepakt en onder zijn eigen jas heeft verborgen. Dat feit is echter niet als zodanig in de tenlastelegging omschreven en gelet op de in te tenlastelegging vermelde samenhang tussen de diefstal en de geweldshandelingen jegens het slachtoffer evenmin als zodanig in te lezen in het tenlastegelegde wegnemen.
Met de raadsman is het Hof van oordeel dat de tenlastelegging niet zonder grondslagverlating zo kan worden gelezen dat hierin de verdachte (ook) de “kale” diefstal van de jas van D.E. Pico Olvera op 1 juli 2016 te Amsterdam wordt verweten.
Dat het voor de verdachte gelet op het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep duidelijk is geworden hoe de tenlastelegging volgens het openbaar ministerie moest worden uitgelegd, maakt dat gelet op het hiervoor overwogene niet anders.
De officier probeert dan nog subsidiair de verdachte te vervolgen voor de opzetheling van de jas. Dat feit wordt weliswaar bewezenverklaard, maar verdachte is daarvoor niet strafbaar omdat hij zelf de dief was en dan kan hij niet als heler worden veroordeeld.
“Gelet op hetgeen in HR 30 oktober 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AD5149, NbSr 2002/13, rechtsoverweging 3.2) is bepaald kan hij niet worden aangemerkt als heler van de door hem zelf gestolen jas. De verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.”