Herhalingsgevaar als enige grond beperkt toegestaan bij voorlopige hechtenis

Het EHRM is  kritisch als herhalingsgevaar de enige grond voor voorlopige hechtenis is (EHRM Smirnova vs. Russia). Het EHRM staat herhalingsgevaar op zich toe als grond, maar overweegt dat het als grond voor voortdurende detentie onredelijk is, voorts is het zwakker dan vluchtgevaar (EHRM Matznetter vs. Austria).  Het EHRM geeft recent aan dat abstract gevaar in het kader van algemeen beleid van generale preventie niet is toegestaan, gevaar dient concreet gemotiveerd (EHRM Haydn vs. Germany).

Bij voorlopige hechtenis gelden enkele uitgangspunten;

  1. Ingevolge art. 5 EVRM vormt voorlopige hechtenis een uitzondering op het recht op persoonlijke vrijheid. (

    • Art. 5 lid 2 EVRM: een persoon die van een strafbaar feit wordt beschuldigd, moet altijd worden vrijgelaten in afwachting van het proces, tenzij de staat kan aantonen dat er ‘relevante’ en ‘voldoende’ redenen zijn om de voortzetting van de detentie te rechtvaardigen.
  2. Voorlopige hechtenis mag niet fungeren als voorschot op de op te leggen straf.
  3. De aanwezigheid van gronden kan veranderen als gevolg van tijdsverloop.
  4. De aanwezigheid van gronden dient te worden getoetst aan de hand van concrete feiten, niet op basis van abstracties, algemene veronderstellingen.
  5. Alternatieven voor voorlopige hechtenis verdienen de voorkeur.
  6. Vier aanvaardbare gronden: vluchtgevaar, ‘public disorder’, recidive en collusiegevaar.
  7. Enkel een serieuze verdenking kan voldoende zijn voor een korte periode van voorarrest, daarna aanvulling gronden.
  8. Het is niet of voorlopige hechtenis kan worden gebillijkt, maar of vrijlating zich expliciet verzet tegen een alternatief.
  9. Voorlopige hechtenis dient behoorlijk te worden gemotiveerd (concrete omstandigheden).
  10. Ook bij dwingende voorlopige hechtenis naar nationaal recht, blijft toetsing aan EVRM geboden.

Zie ook:

  • EHRM 26 juni 1991 (Letellier)EHRM 27 november 1991 (Kemmache)
    EHRM 24 juli 2003 (Smirnova)
    Hof ‘s-Hertogenbosch 18 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:910 (Hasselbaink, Maassen en Zohlandt)
< Terug naar Voorarrest
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden