Huiselijk geweld – advocaat nodig?
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Huiselijk geweld is een van de speerpunten van het Openbaar Ministerie. Dit betekent dat er snel wordt vervolgd bij een verdenking van huiselijk geweld en dat dan ook hoge straffen worden geëist. Dit kan oplopen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, afhankelijk van de precieze aard en de ernst van het huiselijk geweld. Gespecialiseerde bijstand van een advocaat is om die reden echt noodzakelijk.
Strafbare feiten bij huiselijk geweld
Huiselijk geweld is niet als apart strafbaar feit in de wet opgenomen, maar is een verzamelnaam voor meerdere strafbare feiten die zich binnen de huiselijke kring hebben afgespeeld. In het algemeen gaat het om lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging en vernielingen binnen de huiselijke kring. Enkele voorbeelden van strafbare feiten die vallen onder huiselijk geweld zijn:
- art. 300: ingeval van recidive: mishandeling (inclusief verzwarende omstandigheden ex art. 304)
- art. 300 lid 2: mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend
- art. 302 (jo 45): (poging tot) zware mishandeling
- art. 303: zware mishandeling met voorbedachte rade
- art. 304: betrekking hebbend op art. 300 t/m 303 indien begaan jegens vader, moeder, echtgeno(o)t(e), levensgezel of kind, ambtenaar of door toediening van voor de gezondheid schadelijke stoffen
- art. 350: ingeval van recidive: beschadiging goederen; hierbij zijn op grond van art. 353 de vervolgingsuitsluitingsgrond (bij echtgenoten die niet van tafel en bed of goederen zijn gescheiden) en het klachtvereiste (bij van tafel en bed of goederen gescheiden echtgenoten) ex art. 316 van toepassing.
- art. 242 (jo 45): (poging tot) verkrachting
- art. 243: gemeenschap met een bewusteloze of onmachtige
- art. 246: feitelijke aanranding der eerbaarheid
- art. 257: iemand tot wiens onderhoud verdachte verplicht is in hulpeloze toestand brengen of laten, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend
- art. 282: wederrechtelijke vrijheidsberoving, al dan niet zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend
- art. 285: bedreiging
- art. 285b: belaging (klachtdelict)
- art 287: moord
- art 289: doodslag
- art. 11 Wet tijdelijk huisverbod: de uithuisgeplaatste handelt in strijd met het opgelegde huisverbod
- art. 138: huisvredebreuk
- art. 255: iemand tot wiens onderhoud verdachte is verplicht in hulpeloze toestand brengen of laten
-
art. 284: dwang
Huisverbod
Bij huiselijk geweld kan er door de hulpofficier van justitie een huisverbod worden opgelegd. Een huisverbod houdt in dat de verdachte (ook wel de uithuisgeplaatste genoemd) gedurende 10 dagen niet terug naar zijn huis mag. Deze termijn mag met nogmaals 18 dagen worden verlengd en dat gebeurt in de praktijk ook vaak. De uithuisgeplaatste kan tegen het huisverbod een bezwaarschrift indienen en gelijktijdig een verzoek indienen bij de rechtbank voor een voorlopige voorziening. We vragen de rechter dan om het huisverbod direct op te heffen.
Meer informatie huisverbod bij huiselijk geweld
Voorlopige hechtenis
Daarnaast wordt een verdachte in de wat ernstigere zaken vaak voorgeleid aan de rechter-commissaris. Die stelt de verdachte uiteindelijk wel in vrijheid, maar onder bepaalde - aan de schorsing van de voorlopige hechtenis - verbonden voorwaarden. Meestal gaat het om een straat- en contactverbod ten aanzien van de partner.
Advocaat bij huiselijk geweld
In de meeste gevallen moet een verdachte van huiselijk geweld bij de politierechter verschijnen. Hij krijgt dan een dagvaarding voor een zitting. In sommige, wat minder ernstige gevallen, kan volstaan worden met een OM-zitting. Wij adviseren u in beide gevallen om u te laten bijstaan door een gespecialiseerde advocaat die eerst voor u het volledige dossier opvraagt en vervolgens samen met u de verdedigingsstrategie zal bepalen. Hierdoor voorkomt u dat onvoldoende voorbereid naar de zitting gaat en uw zaak mogelijk schaadt.