Jeugddetentie
Jeugddetentie is een gevangenisstraf voor jeugdigen en jongvolwassenen die een misdrijf hebben gepleegd. In welke gevallen jeugddetentie kan worden opgelegd en welke personen voor jeugddetentie in aanmerking komen, is afhankelijk van de leeftijd van de verdachte, diens persoonlijkheid, de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. Dit zijn ook de criteria die gelden voor de toepassing van jeugdstrafrecht (artt. 77a e.v. Sr.).
Wettelijk kader jeugddetentie
Jeugddetentie is de zwaarste van de drie hoofdstraffen binnen het jeugdstrafrecht (artikel 77h lid 1 sub a Sr.). Jeugddetentie wordt nader geregeld in de artikelen 77i, 77j en 77k Sr.
Jeugddetentie alleen binnen jeugdstrafrecht
Jeugddetentie is een straf die alleen binnen het jeugdstrafrecht kan worden opgelegd. Dit betekent dat in ieder geval het jeugdstrafrecht van toepassing moet zijn om jeugddetentie te kunnen opleggen. Bepalend is steeds de leeftijd van de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit. In tabel ziet de toepassing van het materiële jeugdstrafrecht er als volgt uit:
Leeftijd verdachte | Artikel | Toepassing jeugdstrafrecht |
12, 13, 14, 15 | art. 77a Sr. | Altijd |
16 en 17 | art. 77b Sr. | Ja, tenzij ernst van het feit, persoonlijkheid van de dader en omstandigheden van het geval aanleiding geven tot toepassing van volwassenenstrafrecht |
18, 19, 20, 21, 22 | art. 77c Sr. | Nee, tenzij de rechter in de persoonlijkheid van de dader en omstandigheden van het geval hierin grond ziet |
Leeftijd bepalend voor duur jeugddetentie
De duur van de jeugddetentie is afhankelijk van de leeftijd van de minderjarige of jongvolwassene. Bepalend is steeds de leeftijd van de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit.
Leeftijd verdachte | Maximum duur jeugddetentie |
12 - 15 jaar | 12 maanden |
16 - 22 jaar | 24 maanden |
Jeugddetentie in jeugdinrichting
Minderjarigen die gestraft zijn met jeugddetentie, verblijven in een justitiële jeugdinrichting. De rechter kan tegenwoordig op grond van artikel 77v Sr. invloed uitoefenen op de wijze van executie van de opgelegde jeugddetentie in die zin dat de rechter advies mag uitbrengen over de plaats waar en de wijze waarop de jeugddetentie ten uitvoer moet worden gelegd. In de praktijk zien we (helaas) dat de rechter weinig gebruik maakt van deze mogelijkheid en dat de plaatsing in een jeugdinrichting met name wordt geregeld door de selectiefunctionaris van het Ministerie van Justitie.
Voorwaardelijke jeugddetentie
Jeugddetentie kan ook voorwaardelijk worden opgelegd (art. 77x Sr.)
Jeugddetentie is ultimum remedium
Jeugddetentie moet alleen wordt toegepast in uiterste gevallen wanneer echt niets anders mogelijk is. Jeugddetentie wordt daarom gezien als ultimum remedium; het uiterste redmiddel. In het in oktober 2008 gepubliceerde rapport "Jeugdige delinquenten. Minder opsluiten, gerichter begeleiden" onderstreepte de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) nog eens dat vrijheidsbeneming ultimum remedium moet blijven.
Vrijheidsbeneming wordt immers binnen de jeugdstrafrechtketen veelal gezien als ultimum remedium, dit mede onder invloed van de toegenomen mogelijkheden voor een effectieve, persoonsgerichte aanpak van jeugdige delinquenten, zonder hen hiervoor – langdurig – te hoeven opsluiten.
Nazorg bij jeugddetentie
Bij jeugdigen met jeugddetentie met een strafrestant van 3 maanden of meer, krijgt de verplichte nazorg vorm in een STP. STP staat voor scholings- en trainingsprogramma. Met de uitvoering van het STP is de jeugdreclassering of de reclassering belast.
Artikel 63 Sr.in jeugdstrafrecht
Ook in het jeugdstrafrecht is artikel 63 Sr. van toepassing.