Recht om getuigen te horen op zitting
Dit discussiestuk gaat over de behandeling van de zaak ter terechtzitting, de vraag of nog moet worden uit gegaan van de zogenoemde “grondslagleer”, het bewijs en de motivering van de uitspraak. Buiten het bestek van dit stuk vallen onderwerpen die onderdeel uitmaken van een wetsvoorstel dat reeds aanhangig is of van een regeling die recent gewijzigd is. Om die redenen wordt in dit discussiestuk bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de kennisgeving van gerechtelijke mededelingen. Voorts komt een aantal onderwerpen komen in andere discussiestukken aan de orde. Het betreft:
- de positie van de getuige
- het professionele verschoningsrecht
- de wraking en verschoning
- de positie rechter-commissaris en raadkamer
- het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
- de positie van de minderjarige verdachte
- bijzondere procedures, zoals de berechting van rechterlijke ambtenaren
Met name het discussiestuk betreffende de positie rechter-commissaris en raadkamer is voor de onderhavige notitie van belang. In die notitie wordt onder meer ingegaan op de problemen die zich kunnen voordoen bij de pro-forma zittingen. Ook wordt onderzocht op welke wijze men al in de fase van het vooronderzoek zou kunnen komen tot een stroomlijning en verbetering van het onderzoek met het oog op een adequate voorbereiding van de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting. In dat kader wordt onder meer voorgesteld te voorzien in een wettelijke bepaling die het mogelijk maakt voor de rechter-commissaris om met de zittingsrechter af te stemmen en vice versa, met het oog op een zo goed mogelijke voorbereiding van het onderzoek ter terechtzitting.
< Terug naar Oproepen getuigen en oerige onderzoekswensen