Termijn voor strafvervolging in strafzaak
Er gelden verschillende termijnen voor strafvervolging in een strafzaak. Er geldt een verjaringstermijn, waarbinnen de officier van justitie minimaal de zaak bij de rechter moet hebben aangebracht, op straffe van niet-ontvankelijkheid van het OM. Daarnaast geldt ook een redelijke termijn voor strafvervolging ex artikel 6 lid 1 EVRM. Dit is de termijn waarbinnen een strafzaak in redelijkheid in een fase moet zijn behandeld.
Termijnen strafvervolging strafzaak
In een strafzaak gelden grofweg de volgende termijnen:
Redelijke termijn | Redelijke termijn voor jeugdstrafrecht en bij voorarrest |
|
Eerste aanleg | 2 jaren | 16 maanden |
Inzendtermijn stukken hoger beroep | 8 maanden | 6 maanden |
Hoger beroep | 2 jaren | 16 maanden |
Inzendtermijn cassatie | 8 maanden | 6 maanden |
Gevolgen schending redelijke termijn
Wanneer de redelijke termijn voor berechting in een strafzaak wordt geschonden, heeft dat gevolgen voor een verdachte:
- Als verdachte moet u onnodig lang op oordeel van rechter wachten
- Uw recht op eerlijk proces wordt mogelijk op onherstelbare wijze aangetast nu bepaalde onderzoeken niet meer of moeilijker kunnen plaatsvinden. Bijv. getuigen (à charge en à décharge) kunnen na lange tijd onmogelijk nog nauwkeurig verklaren wat ze hebben waargenomen.
Beslissing officier afdwingen
Ook wanneer de redelijke termijn voor strafvervolging nog niet voorbij is, bestaat de mogelijkheid om een vervolgingsbeslissing van de officier van justitie af te dwingen. Wij kunnen dan proberen aan te sturen op een sepot van de strafzaak.
Er bestaan twee manieren om een beslissing van de officier af te dwingen:
1. Via een verzoekschrift ex artikel 180 Sv. aan de rechter-commissaris
De procedure van artikel 180 Sv. biedt een snelle en eenvoudige manier voor de advocaat om de rechter-commissaris te vragen de druk op de officier van justitie op te voeren door hem een termijn te stellen waarbinnen die een vervolgingsbeslissing moet nemen. Voldoet de officier niet aan de termijn, dan zal de rechter-commissaris de zaak doorsturen naar de rechtbank als een verzoek tot beeindigdverklaring van de strafzaak.
2. Via een verzoekschrift ex artikel 36 Sv. aan de rechtbank
Via een verzoekschrift ex artikel 36 Sv. kan de advocaat aan de rechtbank vragen om de strafzaak voor beëindigd te laten verklaren. Dit betekent dat de officier van justitie u dan niet meer mag vervolgen. Het is een ‘straf’ die de rechtbank aan de officier van justitie kan opleggen indien de officier te lang stil zit en u onnodig lang in spanning blijft over een eventuele strafvervolging.
Wacht niet te lang!
Wacht u al lang op een beslissing van de officier van justitie? Wat ons betreft moet u dat niet doen. Zeker als u al ongeveer een jaar niets te horen hebt gekregen over de strafzaak, is het verstandig om via de rechter-commissaris een termijn te stellen aan de officier van justitie teneinde hem te dwingen om een beslissing te nemen zodat we via deze weg kunnen aansturen op een sepot.