Wraking vanwege opmerkingen of gedragingen van een rechter

Grievende opmerkingen, een neerbuigende houding en een aanvallende manier van ondervragen, worden vaak als reden gebruikt om de rechter te wraken.

Geen grond tot wraking

In veel gevallen ziet de wrakingskamer geen grond voor wraking. Men komt dan met overwegingen dat het van belang is dat, ook bij de behandeling van (ernstige) strafzaken, in de communicatie tussen de daarbij betrokken professionals, onder wie de rechter, ruimte bestaat om, als zich daartoe de gelegenheid voordoet, elkaar met een zekere luchtigheid te bejegenen.

Voorbeelden:

  • Rechter die bode waarschuwt de stukken goed in de gaten houden wanneer de rechtbank gaat raadkameren (rb Utrecht, 12 april 2011, ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ1113)

Maar ook meer kritische opmerkingen en vragen over het feit zelf hoeven niet altijd te leiden tot een geslaagde wraking, zo blijkt wel uit de volgende jurisprudentie:

  • Gedurende een verhoor van de verdachte vroeg de rechtbank: ,, Is het niet logisch dat als u afstand heeft gedaan van de erfenis, u geen recht meer heeft op het geld?
    De rechtbank overwoog:
    “Het behoort tot de taak van de rechter om op basis van de processtukken en hetgeen op de zitting is behandeld kritische vragen te stellen over relevante feiten en omstandigheden. In de wijze van vraagstelling komt de rechter een zekere mate van vrijheid toe.” (ECLI:NL:RBROE:2010:BO6401)
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden