Inverzekeringstelling
De inverzekeringstelling is de tweede fase van het voorarrest. Nadat de verdachte eerst 6 uur is opgehouden voor verhoor, kan de hulpofficier van justitie de verdachte in verzekering stellen.
Aanvang inverzekeringstelling
De inverzekeringstelling vangt aan op het moment dat de verdachte (voor de tweede keer) wordt voorgeleid aan de officier van justitie. In de praktijk komt het erop neer dat de hulpofficier van justitie bij de verdachte in de politiecel komt en dan meldt dat de verdachte voor maximaal 3 dagen op het politiebureau moet blijven.
Voorgeleiding officier of hulpofficier van justitie
Gevallen inverzekeringstelling
De inverzekeringstelling van een verdachte is alleen toegestaan wanneer het gaat om een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Gronden inverzekeringstelling
Het doel van de inverzekeringstelling is het belang van het onderzoek. Het gaat bijvoorbeeld om het nader verhoren van de verdachten, confrontatie van de verdachte met getuige(n) en het opsporen van medeverdachten.
Het belang van het onderzoek kan ook bestaan in het verder onderzoek doen naar de zaak en kijken of er gronden aanwezig zijn voor een eventuele voorlopige hechtenis na ommekomst van de inverzekeringstelling. Ook kan er onderzoek worden gedaan naar de eventuele voorwaarden waaronder de bewaring kan worden bevolen. Bijvoorbeeld in het licht van de ernstige bezwaren.
Duur inverzekeringstelling
De inverzekeringstelling geldt voor maximaal 3 dagen. Deze termijn kan eenmalig met een periode van 3 dagen worden verlengd. Wel is het zo dat de verdachte binnen 3 dagen en 15 uur na aanhouding moet worden voorgeleid aan een rechter-commissaris.
Op grond van de wet is duidelijk dat de rechter-commissaris de toepassing van de inverzekeringstelling toetst. De verlenging van de inverzekeringstelling valt echter niet onder de toets van de rechter-commissaris. Uit een uitspraak van de Raadkamer van de rechtbank Amsterdam uit 2007 volgt dat dat laatste niet het geval is (Raadkamer Rb A’dam 10 sept. 2007, ECLI:NL:RBAMS:2007:BB3597).
Verweren inverzekeringstelling
In de eerste fase van de inverzekeringstelling vindt nog geen rechterlijke toetsing plaats. De advocaat van de verdachte kan alleen invloed uitoefenen op de duur van de inverzekeringstelling door nauw contact met de officier van justitie te onderhouden en aan te dringen op spoedige invrijheidstelling.
Toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling
De rechtmatigheid van de inverzekeringstelling wordt binnen 3 dagen en 18 uur vanaf de aanhouding door de rechter-commissaris De rechter-commissaris toetst de rechtmatigheid en de wenselijkheid van de inverzekeringstelling maar niet de doelmatigheid of alternatieven die eventueel mogelijk zouden zijn. In het kader van de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling toetst de rechter-commissaris 5 punten:
-
er een redelijk vermoeden van schuld is tegen een concrete verdachte (art. 27 Sv).
-
of er een voorlopige hechtenis als zodanig is toegelaten (art. 67 Sv).
-
of de inverzekeringstelling in het belang is van het onderzoek (art. 57 Sv).
-
of de vormvoorschriften in acht zijn genomen.
-
of de inverzekeringstelling op andere gronden onrechtmatig is.
In de jurisprudentie zien we bepaalde verweren terugkomen;
-
Verdachte tweemaal aangehouden voor hetzelfde feit en toen twee maal hetzelfde dwangmiddel gebruikt. De wettelijke termijnen zodanig opgerekt, dat verdachte in zijn rechten is geschaad (Rb. Limburg 13 november 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:9585)
- Disproportioneel geweld bij aanhouding
- Ten onrechte geen verhoorbijstand (Rechtbank Rotterdam 17 februari 2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BL6168)
- Wanneer de raadsman geen toegang krijgt tot de verdachte omdat het verhoor al is aangevangen en de verdachte niet om consultatie heeft gevraagd maar daar ook niet op is gewezen, is er sprake van onrechtmatige inverzekeringstelling (Rb Amsterdam 26 juni 2009, ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ4881).