Forca
Forca is het Pieter baan Centrum (PBC) voor Jeugdigen. Forca is de Observatieafdeling Forensisch Centrum Teylingereind (te Sassenheim).
Beslissing rechter-commissaris
Rechter(-commissaris) kan voorlopig gehechte jeugdige in Forca plaatsen ivm pro justitia rapportage. De rechter-commissaris geeft krachtens art. 196 WvSv een bevel tot overbrenging ter observatie naar een daartoe bestemde en aan te duiden inrichting indien een onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte noodzakelijk is en dit niet voldoende op andere wijze (zoals een ambulant onderzoek pro Justitia) kan plaatsvinden. De rechter-commissaris kan dit bevel pas geven nadat hij advies heeft ingewonnen van een of meer deskundigen. Het bevel omvat tevens de inrichting waar geobserveerd dient te worden, in dit geval de observatieafdeling in Teylingereind die daartoe is aangewezen. Een bevel tot klinische observatie kan alleen worden gegeven voor preventief gehechte jongeren. De jongere heeft de mogelijkheid om tegen het bevel tot observatie hoger beroep in te stellen bij de rechtbank en de klinische observatie mag niet langer duren dan zeven weken. Ook als de jongere weigert, kan hij worden onderzocht. De jongere zal in elk geval moeten dulden dat hij voor zeven weken op een observatieafdeling wordt geplaatst. Een advies voor een pro Justitia onderzoek op de ForCA observatieafdeling wordt gegeven door een deskundige van het NIFP. Dit gebeurt in overleg met de rechter-commissaris en de officier van justitie en eventueel na overleg met de Raad voor de Kinderbescherming. De indicatie geschiedt door een voorgeleidings- of trajectconsult door een (kinder -en jeugd) psychiater van het NIFP in het betreffende arrondissement. Indien het advies wordt gevolgd, verzorgt het NIFP de bemiddeling en toetsing van de ForCA pro Justitia rapportages.
Criteria voor plaatsing bij Forca
Voor de plaatsing bij Forca gelden de volgende criteria:
- een fors delict (alleen of in groepsverband)
- bijzondere omstandigheden
- bijzondere systeemproblematiek
- hardnekkige recidive
- een specialistische vraagstelling
Artikel 22d BJI
1. Onze Minister kan bepalen dat een jeugdige aan wie de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, voor een periode van ten hoogste zeven weken ter observatie wordt geplaatst in een daartoe aangewezen inrichting.
2. Onze Minister kan, indien dit noodzakelijk is, de termijn genoemd in het eerste lid met ten hoogste vier weken verlengen.
3. De jeugdige keert na het verstrijken van de observatietermijn terug naar de inrichting waar hij voorheen was geplaatst, tenzij uit de observatierapportage blijkt dat overplaatsing naar een andere inrichting aangewezen is.
4. De plaatsing ter observatie kan op verzoek van de directeur van de inrichting waar de jeugdige verblijft plaatsvinden in de volgende gevallen:
a. indien daartoe uit het oogpunt van de behandeling van de jeugdige aanleiding bestaat;
b. indien deze noodzakelijk wordt geacht met het oog op de opstelling van een advies ten behoeve van verlenging van de maatregel.
Informatiebrochure plaatsing Forca
< Terug naar PIJ-maatregel