Oplegging schadevergoedingsmaatregel mogelijk bij schuldigverklaring zonder oplegging van straf

Oplegging schadevergoedingsmaatregel mogelijk bij schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Art. 36f Sr en art. 9a Sr. Gelet op de wetsgeschiedenis moet art. 36f.1 Sr worden gelezen alsof de woorden “tot een straf” daarin niet voorkomen (HR 3 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3203).

HR: Ingevolge de tot 1 januari 2014 geldende tekst van art. 36f, eerste lid, Sr zoals weergegeven onder 2.4.1 respectievelijk 2.4.3 (“wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld”) in verbinding met art. 36f, derde lid, Sr, kan de schadevergoedingsmaatregel ook worden opgelegd in geval een verdachte wordt veroordeeld zonder oplegging van straf.

Blijkens de onder 2.5.3 weergegeven wetsgeschiedenis strekt de onder 2.5.1 weergegeven “technische wijziging” tot uitbreiding van het toepassingsbereik van art. 36f Sr in het belang van het slachtoffer, zulks door oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ook mogelijk te maken indien de verdachte van alle rechtsvervolging wordt ontslagen wegens – kort gezegd – ontoerekeningsvatbaarheid. Daartoe zijn aan art. 36f, eerste lid, Sr toegevoegd de woorden “of aan wie bij rechterlijke uitspraak een maatregel of een last als bedoeld in artikel 37 wordt opgelegd”.

De wetsgeschiedenis biedt geen enkel aanknopingspunt voor de opvatting die in het middel besloten ligt dat de wetswijziging tevens strekt tot beperking van het toepassingsbereik van art. 36f Sr tot die gevallen van veroordeling van de verdachte waarbij straf wordt opgelegd.

2.5.5.

Gelet op het voorgaande moet worden aangenomen dat de wetgever bij de desbetreffende wetswijziging geenszins de bedoeling had voortaan het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel niet meer mogelijk te maken in het geval de verdachte op de voet van art. 9a Sr wordt veroordeeld zonder oplegging van straf, en dat de – in de wetsgeschiedenis ook niet nader toegelichte – invoeging in art. 36f, eerste lid, Sr na het woord “veroordeeld” van de woorden “tot een straf”, op een kennelijke vergissing berust.

Art. 36f, eerste lid, Sr moet dus worden gelezen alsof de woorden “tot een straf” daarin niet voorkomen.

< Terug naar 9a - schuldigverklaring zonder straf
< Terug naar Schadevergoedingsmaatregel
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden