Kwetsbare getuigen
Bij kwetsbare getuigen moet worden gedacht aan een minderjarige en/of een slachtoffer van een zeden- en geweldsmisdrijf. Het gaat erom dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door een ondervraging in gevaar komt, bijvoorbeeld in een zedenzaak waar minderjarige slachtoffers bij betrokken zijn en de confrontatie met de verdachte onnodig leed en herleving van de gebeurtenis zou veroorzaken.
Belangenafweging
Er moet een goede belangenafweging worden gemaakt tussen het belang van de getuige om beschermd te worden tegen de verdachte en het herleven van de traumatische gebeurtenis, en het recht van de verdachte om de getuige te ondervragen. De belangenafweging dient gemaakt te worden op basis van concrete gronden en gemotiveerd te zijn, bijvoorbeeld door een deskundigenrapport, speculatieve gronden zijn hiervoor onvoldoende (EHRM 10 november 2005, nr. 54789/00 (Bocos-Cuesta/Nederland) par. 72). Waar het gaat om kwetsbare getuigen, zoals bij ontucht met een minderjarige, zal de rechter, indien hij daartoe gronden aanwezig acht, het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer mogen doen prevaleren boven het recht van de verdachte om het slachtoffer te (doen) ondervragen. Als dientengevolge voor de verdachte de gelegenheid heeft ontbroken het slachtoffer te (doen) ondervragen, staat art. 6 EVRM er niet zonder meer aan in de weg dat de door het slachtoffer bij de politie afgelegde verklaring, indien voldoende steunbewijs in de hiervoor onder 3.3 bedoelde zin ontbreekt, tot het bewijs wordt gebezigd. In een dergelijk geval dient aan de verdachte die die verklaring op haar betrouwbaarheid wenst te toetsen, een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende compensatie te worden geboden voor het ontbreken van de mogelijkheid tot (rechtstreekse) ondervraging van het slachtoffer (vgl. EHRM 20 december 2001, NJ 2002, 435, en EHRM 2 juli 2002, nr. 34209/96).
Compensatie bij beperking
De gerechtvaardigde beperking mag niet leiden tot een schending van het recht van de verdachte op een eerlijk proces of ervoor zorgen dat de waarheidsvinding in de knel komt. De afgelegde belastende verklaring levert niet direct een schending op van het ondervragingsrecht als het wordt gebruikt voor het bewijs, indien compensatie wordt geboden HR 20 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5704).
Compensatie kan op verschillende wijzen worden geboden en is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de betreffende zaak. Met betrekking tot kwetsbare getuigen, zoals minderjarigen en/of slachtoffers van een zeden- en/of geweldsmisdrijf, kan compensatie worden geboden door
- audio- en video-opnamen te maken tijdens het getuigenverhoor en deze af te spelen tijdens de terechtzitting ( EHRM 2 juli 2002, nr. 34209/96 (S.N./Zweden) par. 49-50 en 52)
- zo nodig via onderzoek door een gedragsdeskundige naar de betrouwbaarheid van de door de getuige afgelegde verklaring (HR 20 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5704)
vlg In een geval als het onderhavige, . De wijze waarop een zodanige compensatie zal kunnen worden geëffectueerd zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Daarbij valt in zaken als de onderhavige te denken aan het ter terechtzitting afspelen van de videoband die is gemaakt van het afleggen van de belastende verklaring van het slachtoffer tegenover de politie en zo nodig het gelasten van een onderzoek door een deskundige van het aldus vastgelegde verhoor.
Bewijsminimum in strafzaken
Naast de compensatie dient voldaan te worden aan het wettelijk bewijsminimum geformuleerd in art. 342 lid 2 Sv, unus testis nullus testis. 129 De wettelijke eis van voldoende steunbewijs betreft de tenlastelegging in zijn geheel en niet slechts een onderdeel daarvan (HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2452, NJ 2010, 515).
> Meer informatie bewijsminimumregels in zedenzaken