Taakstrafverbod art. 22b Sr
In artikel 22b Sr. is een taakstrafverbod opgelegd. Op grond van dit artikel is het de rechter niet toegestaan om voor bepaalde misdrijven en bij recidive van een soortgelijk misdrijf een taakstraf op te leggen.
Taakstrafverbod in de wet
Het taakstrafverbod is geregeld in artikel 22b Sr:
1. Een taakstraf wordt niet opgelegd in geval van veroordeling voor:
a. een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad;
b. een van de misdrijven omschreven in de artikelen 181, 240b, 248a, 248b, 248c en 250.
2. Een taakstraf wordt voorts niet opgelegd in geval van veroordeling voor een misdrijf indien:
1° aan de veroordeelde in de vijf jaren voorafgaand aan het door hem begane feit wegens een soortgelijk misdrijf een taakstraf is opgelegd, en
2° de veroordeelde deze taakstraf heeft verricht dan wel op grond van artikel 22g de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis is bevolen.
3. Van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken indien naast de taakstraf een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
Taakstrafverbod jeugdstrafrecht
In het jeugdstrafrecht is het taakstrafverbod geregeld in (art 77ma Sr.).
De rechtbank Amsterdam heeft hierover echter in haar uitspraak van 25 augustus 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6188 aangegeven dat dit taakstrafverbod een beperking oplevert van de rechterlijke vrijheid en in strijd is met 37 en 40 IVRK:
"Anders dan de wetgever, is de rechtbank van oordeel dat het op 1 april 2014 in werking getreden artikel 77ma Sr de rechterlijke vrijheid beperkt om, indachtig de doelstelling van het jeugdstrafrecht, te allen tijde een op maat gesneden sanctie op te kunnen leggen. Deze inperking kan in voorkomende gevallen strijd opleveren met de doelstelling van het jeugdstrafrecht als ook met de artikelen 37(b) en, 40 lid 1 en 4 IVRK. In alle gevallen waarin onder toepassing van artikel 77ma Sr naast een taakstraf tevens het opleggen van jeugddetentie wordt gevorderd, dient dan ook zeer kritisch gekeken te worden of aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan én of toepassing geen strijd oplevert met internationale verdragsbepalingen.”
Misdrijven 6 jaren of meer gevangenisstraf + inbreuk lichamelijke integriteit
Het taakstrafverbod geldt onder meer voor misdrijven waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 6 jaar of meer zijn gesteld en het misdrijf een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft gehad.
HR 24 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:66: Mede gelet op de wetsgeschiedenis is o.g.v. art. 22b.1 aanhef en onder a, Sr een taakstraf alleen uitgesloten indien daadwerkelijk een ernstige inbreuk is gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Of daarvan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval. Art. 22b.1 aanhef en onder a, Sr is slechts van toepassing in geval van een daadwerkelijk ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer dus bv niet bij een tongzoen.
Bepaalde ernstigs misdrijven
Voorts geldt het taakstrafverbod voor bepaalde uitdrukkelijk in artikel 22b Sr. genoemde misdrijven. Het gaat met name om zedendelicten, waarop naar wettelijke omschrijving niet sowieso al een gevangenisstraf van 6 jaar of meer is gesteld:
- ernstige wederspannigheid met letsel (art. 181 Sr)
- bezit kinderporno (art. 240b Sr.)
- verleiding minderjarige (art. 248a Sr.)
- ontucht met minderjarige prostituee (art. 248b Sr)
- aanwezigheid bij seksuele exploitatie van een minderjarige (art. 248c Sr.)
- koppelarij (art. 250 Sr.)
Recidive soortgelijk misdrijf
Het taakstrafverbod geldt ook wanneer eerder aan de verdachte een taakstraf is opgelegd voor een soortgelijk feit als waarvan de verdachte nu verdacht wordt, en de verdachte de taakstraf reeds heeft verricht of dat de officier van justitie de tenuitvoerlegging heeft van de taakstraf heeft bevolen omdat de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren heeft verricht.
Alternatieven voor taakstrafverbod
Uw advocaat kan aan de rechter diverse alternatieven voorstellen om het taakstrafverbod (enigszins) te omzeilen. Zo kan de rechter in plaats van de taakstraf enkel een geldboete opleggen of de rechter kan kiezen voor een hele korte gevangenisstraf (bijv. 1 dag) in combinatie met een taakstraf. Dit mag namelijk op grond van artikel 22b lid 3 Sr. weer wel. Dit is nog eens bevestigd in HR 20 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:202 (Valkenburgse zedenzaak):
"" Art. 22b, derde lid, Sr staat in de in art. 22b, eerste en tweede lid, Sr vermelde gevallen de oplegging van een taakstraf toe, indien naast de taakstraf ook een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd. Deze combinatie van een taakstraf en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is, gelet op art. 9, vierde lid, Sr, mogelijk indien het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen deel van die gevangenisstraf ten hoogste zes maanden bedraagt. Wat betreft de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf geldt op grond van art. 10, tweede lid, Sr dat de duur daarvan ten minste één dag bedraagt"
Wanneer de verdachte in voorarrest heeft gezeten kan de rechter een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest opleggen, met aftrek van die tijd, en voor het overige een taakstraf. Op die manier wordt voorkomen dat de verdachte de gevangenis in moet.