Duur ISD
De maximale duur van de ISD is twee jaren. Dit is ook eigenlijk meteen de standaard duur voor de ISD.
Wettelijke grondslag duur ISD
In artikel 38n lid 1 SR is de maximumduur van de maatregel vastgelegd. De ISD-maatregel kan voor ten hoogste twee jaren worden opgelegd. In lid 2 van dit artikel staat dat de rechter bij het bepalen van de duur rekening kan houden met de tijd dat de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van de uitspraak in verzekering of in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Toelichting lange duur ISD
Vanwege het structurele en ‘hardnekkige’ karakter van de criminogene factoren stelt de officier van justitie zich vaak op het standpunt dat een langdurige vrijheidsbeneming wenselijk. Een periode van twee jaar is nodig om veroordeelden die dat kunnen en willen te behandelen voor hun verslaving en/of hun psychiatrische of psychische stoornissen.
Kortere duur ISD: einde criminele carrière
Tegelijkertijd moet worden onderkend dat criminele loopbanen ook een einde kennen: zo blijkt (vooral bij verslaafde criminelen) dat men na enige decennia – zo tussen het 35ste en 40ste levensjaar – minder delicten gaat plegen. Bij delinquenten bij wie het einde van de criminele carrière in zicht komt, is er wel degelijk nog een fors risico van recidive op de kórtere termijn maar een afnemend gevaar op lángere termijn. Als er – in het reclasseringsadvies en in de eventuele gedragskundige rapportage – duidelijk aanwijzingen zijn dat er (mogelijk geholpen door specifieke nazorgvoorzieningen in de sfeer van bed, bad, brood, methadon/heroïneverstrekking en/of psychiatrische vervolgbehandeling) sprake is van een aflopende criminele loopbaan, kan de maatregel voor een kortere duur dan twee jaar worden gevorderd. Een minimumduur van een jaar is echter noodzakelijk, om de maatregel onderscheidend te laten zijn van wat via de weg van de ’gewone’ strafvordering bij overige zeer actieve veelplegers aan straffen kan worden geëist.
De advocaat kan ook zelf vragen om een kortere duur voor de ISD, zie de verweren tegen ISD-maatregel.
Tussentijdse beeindiging
De advocaat kan, op grond van art, 38s Sr de rechtbank verzoeken om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel. Let wel op art. 38s lid 2 Sr.. Het verzoek kan niet altijd direct worden gedaan en ook niet onbeperkt. Wel is dit artikel zeer belangrijk om zo de vinger aan de pols te houden.