Schadevergoeding reiskosten bij vordering benadeelde partij
Schadevergoeding voor door de benadeelde partij gemaakte reiskosten kunnen worden gevraagd in het kader van de vordering van de benadeelde partij.
Reiskosten ten behoeve bijwonen zitting
Ook voor de reiskosten die de benadeelde partij maakt in verband met het bijwonen van de zitting kan schadevergoeding worden gevraagd,
Bijv.
- Rechtbank Noord-Holland, 4 november 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:9089
"Een deel van de gevorderde kosten heeft betrekking op de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de zittingen als nabestaande.
Artikel 1 van Europese richtlijn 2012/29/EU, PbEU L 315/57 d.d. 14-11-2012 luidt, voor zover relevant, als volgt:
For the purposes of this Directive the following definitions shall apply:
a. ‘victim’ means:
i) a natural person who has suffered harm, including physical, mental or emotional harm or economic loss which was directly caused by a criminal offence
ii) family members of a person whose death was directly caused by a criminal offence and who have suffered harm as a result of that person's death;
Artikel 14 luidt voor zover relevant als volgt:
Right to reimbursement of expenses
Member States shall afford victims who participate in criminal proceedings, the possibility of reimbursement of expenses incurred as a result of their active participation in criminal proceedings, in accordance with their role in the relevant criminal justice system. The conditions or procedural rules under which victims may be reimbursed shall be determined by national law.
Op grond van de richtlijn is de nationale wetgever gehouden een voorziening te treffen waarin is geregeld onder welke voorwaarden en op welke wijze het slachtoffer gemaakte kosten in verband met het strafproces vergoed kan krijgen. Overeenkomstig de rol van het slachtoffer in het Nederlandse strafproces en artikel 1 van de richtlijn geldt dat niet alleen voor het slachtoffer in hoedanigheid van benadeelde partij, maar ook in hoedanigheid als slachtoffer/nabestaande. In de Nederlandse wet is echter (nog) geen voorziening getroffen waarin is geregeld onder welke voorwaarden en op welke wijze een slachtoffer en/of nabestaande die gemaakte kosten vergoed kan krijgen.
In artikel 260 Sv, tweede lid, is bepaald dat indien slachtoffers of nabestaanden schriftelijk verzoeken om oproeping voor de uitoefening van het spreekrecht de officier van justitie daaraan gehoor geeft. In de memorie van toelichting bij wetsvoorstel 30143 (wijziging ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, in werking getreden: 1-1-2011) wordt het volgende vermeld:
“Sinds 1 mei 2004 bestaat de mogelijkheid voor slachtoffers van ernstige misdrijven (dezelfde categorieën die zijn aangewezen voor de uitoefening van het spreekrecht) een schriftelijke slachtofferverklaring af te leggen en in het strafdossier te doen voegen.
Met betrekking tot de mogelijkheid voor het slachtoffer om reiskosten en kosten voor tijdverzuim vergoed te krijgen, wijs ik op artikel 260. Ook de benadeelde partij ontvangt volgens het huidige artikel 51f, eerste lid, een oproeping van de officier van justitie. Volgens de bestaande regeling in de Wet tarieven strafzaken kan het slachtoffer dat, eventueel op eigen verzoek, door de officier van justitie is opgeroepen, aanspraak maken op de desbetreffende vergoedingen.
Door de toevoeging van de categorie getuigen en nabestaanden in artikel 260 bij Wet van 21 juli 2004, Stb. 382 (invoering van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden) is verzekerd dat slachtoffers en nabestaanden voor een vergoeding van hun reiskosten en tijdverzuim een beroep kunnen doen op de vergoeding ingevolge de Wet tarieven in strafzaken. Zij worden immers ingevolge een opdracht van de officier van justitie voor de terechtzitting opgeroepen.”
(TK 2004-2005, 30143, nr. 3, blz. 14 en 23).
Voormelde richtlijn had op 16 november 2015 geïmplementeerd moeten zijn. De richtlijn is op dit punt in artikel 14 voldoende duidelijk, nauwkeurig en onvoorwaardelijk om rechtstreekse werking te kunnen hebben.
Gelet op de directe werking van artikel 14 van voormelde Europese richtlijn, de bedoeling van de wetgever, zoals blijkt uit de hiervoor geciteerde memorie van toelichting, alsmede gelet op de na de per 1 juli 2016 in werking getreden wetswijziging Versterking Positie Slachtoffers uitgebreide rol van het slachtoffer en/of de nabestaande in het strafproces, zal de rechtbank in deze zaak de reis- en verblijfkosten vaststellen, die door de staat aan het slachtoffer dienen te worden vergoed.