Een voeging bij een overleden slachtoffer, kan worden ingediend door de nabestaanden van dat slachtoffer. Het gaat dan om de erfgenamen, die zich in het strafproces kunnen voegen als benadeelde partij.

Voorwaarden voeging nabestaanden

De nabestaanden kunnen zich alleen voegen wanneer het slachtoffer ten gevolge van het strafbare feit is overleden. Dit is onder meer bepaald in een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, 24 augustus 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:6588:
"Erfgenamen hebben in het strafrecht alleen een vordering indien het slachtoffer door het strafbare feit is overleden."

Zie ook:

• Rechtbank Noord-Holland, 5 juli 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5707
• Rechtbank Noord-Holland, 11 juni 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:4831
• Gerechtshof-Arnhem-Leeuwarden, 3 juni 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4521

N.B. Dit geldt echter alleen wanneer de het slachtoffer al is overleden wanneer de voeging werd gedaan. Indien het slachtoffer zich nog heeft gevoegd als benadeelde in het strafproces en daarna is overleden, kunnen de nabestaanden nog wel namens het slachtoffer de voeging doorzetten (art. 51f Sv.)