Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Onder wederrechtelijk verkregen voordeel wordt verstaan de waarde waarmee het vermogen van de betrokken persoon als gevolg van het strafbare feit is toegenomen, alsmede de uit die vermogensvermeerdering verkregen vruchten (vervolgprofijt). Verder kan het wederrechtelijk verkregen voordeel ook de waarde betreffen waarmee het vermogen als gevolg van de besparing van kosten niet is afgenomen.
Schatting obv wettige bewijsmiddelen
Wederrechtelijk verkregen voordeel behoeft slechts te worden geschat (art. 36e lid 5 Sr.). Wel is de rechter voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebonden aan art. 511f Sv waarin is bepaald dat de rechter die schatting slechts kan ontlenen aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen.
Financiële rapportage
Als wettig bewijsmiddel zal veelal een (in het kader van een strafrechtelijk financieel onderzoek opgesteld) financieel rapport in het geding zijn gebracht met een beredeneerde, al dan niet door de methode van vermogensvergelijking verkregen, begroting van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden geschat. Een dergelijk rapport is doorgaans zo ingericht dat daarin onder verwijzing naar of samenvatting van aan de inhoud van andere wettige bewijsmiddelen ontleende gegevens gevolgtrekkingen worden gemaakt omtrent de verschillende posten die door de opsteller(s) van het rapport aan het totale wederrechtelijk verkregen voordeel ten grondslag worden gelegd.
In HR 26 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BV9087 geeft de Hoge Raad aan dat de rechter voor de motivering van de schatting kan verwijzen naar een dergelijk rapport en dat er alleen een verzwaarde motiveringsplicht geldt indien de gevolgtrekking uit dat rapport gemotiveerd wordt betwist.
Methoden van schatting
De bedoeling is dat het wederrechtelijk verkregen voordeel zo dicht mogelijk zit bij de feiten. Omdat dit lastig is wordt er een schatting gemaakt. Het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden geschat per delict (art. 36e lid 2 Sr.) of per periode (art. 36e Sr.).
Per delict / transactiemethode / concrete berekeningsmethode
De voordeelsberekening per delict, oftewel per concreet aangeduid feit, wordt gebruikt bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van art. 36e lid 2 Sr. Het uitgangspunt voor de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel is het voordeel dat
de betrokkene in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald (HR 14 februari 2006, JOW 2006/41). Deze wijze van voordeelsberekening wordt ook wel aangeduid als een berekening op transactiebasis (transactiemethode / concrete berekeningsmethode.
Van ieder afzonderlijk strafbaar feit (transactie) wordt het specifiek daardoor verkregen voordeel berekend (directe vermogensaanwas door het strafbare feit plus het eventuele vervolgprofijt plus besparing van kosten minus de gemaakte kosten),
Per periode / abstracte berekeningsmethode
De voordeelsberekening per periode wordt in veel gevallen gebruikt bij de berekening van het voordeel op basis van art. 36e lid 3 Sr. Bij deze methoden wordt nagegaan of, en zo ja, in hoeverre betrokkene meer uitgaven heeft gedaan dan via legale bron kunnen worden verantwoord. Het gaat om een abstracte berekeningsmethode, waarin het ontbreken van een legale herkomst centraal staat. Het zogenoemde ‘beginsaldo’ en ‘eindsaldo’ over de betreffende periode worden in kaart gebracht, waarna de legale inkomsten en uitgaven worden vastgesteld. Op grond hiervan wordt het ‘verschil’ bepaald dat het wederrechterlijk verkregen voordeel aanduidt. Bij deze methoden wordt nagegaan in hoeverre de verdachte meer uitgaven heeft gedaan en/of inkomsten heeft genoten dan via legale bron kunnen worden verantwoord.
De berekening kan op verschillende manieren worden gedaan, namelijk op basis van
1. de eenvoudige kasopstelling,
2. de uitgebreide kasopstelling
3. de vermogensvergelijking
Besparing van kosten
Ook een besparing van kosten, kan als wederrechtelijk verkregen voordeel worden beschouwd (art. 36e lid 2 Sr.)