DNA-onderzoek bij veroordeelden
Veroordeelden voor ernstige misdrijven moeten verplicht DNA afstaan. Het DNA wordt opgeslagen in een DNA-databank. De overheid is bezig een grote DNA-databank op te bouwen zodat de pakkans groter wordt.
Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
De wettelijke grondslag voor de afname, verwerking en opslag van het DNA van veroordeelden is gelegen in de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden.
> Wet DNA onderzoek bij veroordeelden
> Memorie van toelichting (Kamerstukken II, 2002 - 2003, 28685, nr. 3)
Wanneer DNA-onderzoek bij veroordeelden
Een veroordeelde kan worden verplicht om mee te werken aan het DNA-onderzoek na
- veroordeling door een rechter of een onherroepelijke strafbeschikking
- tot een gevangenisstraf, taakstraf, PIJ-maatregel, ISD-maatregel, TBS-maatregel, of plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis
- voor een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is gesteld
> Meer informatie gevallen DNA-onderzoek bij veroordeelden
DNA-onderzoek bij minderjarigen
Ook minderjarigen kunnen worden verplicht om na een veroordeling of strafbeschikking DNA af te geven voor de verwerking en opslag in de DNA-databank. Bij minderjarigen lukt het echter vaak wel om met succes een bezwaarschrift in te dienen tegen de verwerking en opslag van het DNA in de databank. Het advies aan minderjarigen is om binnen 14 dagen na de afname van het DNA direct de zaak aan te melden zodat een advocaat namens de minderjarige een bezwaarschrift ex artikel 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden kan indienen bij de rechtbank.
Bij werkstraffen tot 40 uur is het niet de bedoeling dat er bij minderjarigen nog DNA wordt afgenomen voor de opslag in de databank. Een wetswijziging maakt dat dit niet langer is toegestaan.
Eisen bevel afname DNA
Voor het bevel tot afname van de DNA gelden nog formele eisen waaraan voldaan moet zijn om het bevel rechtsgeldig te laten zijn. Wanneer niet aan deze eisen is voldaan, kunt u met succes een bezwaarschrift indienen tegen de verwerking en opslag van het DNA.
> Formele eisen bevel afname DNA
Afname DNA
Tegen de afname van het DNA kunt u (helaas) niets doen. U bent verplicht om hieraan mee te werken en op de dag en het tijdstip op de oproeping het DNA af te staan. Meestal wordt dit gedaan door de afname van wangslijmvlies aan de binnenzijde van de mond met een wattenstaafje. U voelt hier verder niets van.
De wet schrijft voor dat de afname van het celmateriaal in beginsel door een een arts of een verpleegkundige moet worden afgenomen (art. 5 lid 2 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden). In de praktijk zien we dat dit in de meeste gevallen gebeurt door een daartoe opgeleide opsporingsambtenaar. U kunt hiertegen bezwaar maken. U mag eisen dat er een arts komt voor de afname van het celmateriaal.
Indien afname van wangslijmvlies om bijzondere geneeskundige redenen of vanwege het verzet van de veroordeelde onwenselijk is dan wel geen geschikt celmateriaal oplevert, wordt bloed afgenomen of worden haarwortels afgenomen, zo nodig met behulp van de sterke arm of, voorzover de veroordeelde in een inrichting, niet zijnde een psychiatrisch ziekenhuis, verblijft, de functionaris,
> Meer informatie afname DNA bij veroordeelden
Bezwaarschrift Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
Op grond van artikel 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden kan de veroordeelde binnen 14 dagen na de afname van het DNA een bezwaarschrift indienen tegen de verwerking en de opslag van het DNA in de databank. In het bezwaarschrift moet worden aangegeven om welke redenen de veroordeelde het niet eens is met het het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel.
> Meer informatie bezwaarschrift Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
> Veel gestelde vragen Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden