Feiten voorlopige hechtenis
Voorlopige hechtenis is lang niet voor alle feiten toegelaten. Voor de minder ernstige feiten, is het niet mogelijk om een verdachte langer dan 9 uur op te houden voor verhoor. De feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten zijn:
Feiten > 4 jaar gevangenisstraf
Voorlopige hechtenis is toegelaten bij feiten waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 4 jaar of meer is gesteld. Bepalend is dus de maximale gevangenisstraf zoals dat per feit in de wet is opgenomen.
Feiten 67 lid 1 sub b Sv. feiten
In artikel 67 lid 1 sub b Sv. worden nog een aantal specifieke strafbare feiten genoemd, die niet voldoen aan het eerste criterium, maar waarvoor wel voorlopige hechtenis is toegelaten. Het gaat om de volgende feiten:
- verspreiden opruiend geschrift (132 Sr)
- bedreiging (285 lid 1 Sr)
- belaging (285 lid 2 Sr)
- afdreiging (318 Sr)
- verduistering (321 Sr)
- misbruik van EG-subsidie (323a Sr)
- flessentrekkerij (326a Sr)
- listiglijk gebruik communicatie (326c Sr)
- insurbornatie (395 Sr)
- schuldheling (417bis Sr)
- schuldwitwassen (420quater Sr)
Feiten 67 lid 1 sub c Sv. feiten
In artikel 67 lid 1 sub c Sv. worden nog een aantal specifieke strafbare feiten in bijzondere wetten genoemd, die niet voldoen aan het eerste criterium, maar waarvoor wel voorlopige hechtenis is toegelaten. Het gaat om de volgende feiten:
- dood c.q.zwaar lichamelijk letstel bij rijden onder invloed (175 lid 2 WVW)
- artikel 30 lid 2 Wet Buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
- zonder vergunning exploiteren speelautomaten (31 Wet op de kansspelen)
- opzettelijk verkopen, afleveren, voorhanden hebben en vervaardigen verboden middelen (11 lid 2 Opiumwet)
- overdracht van wapens en munitie (55 lid 2 WWM)
- misbruik van voorwetenschap (46 Wet toezicht effectenverkeer)
Geen vaste woon- of verblijfplaats
Naast de hiervoor genoemde feiten, wordt in artikel 67 Sv. nog een ander geval genoemd waarbij voorlopige hechtenis is toegelaten, los van de vraag of het gaat om een feit als hierboven genoemd:
- wanneer de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en een feit heeft gepleegd waarop een gevangenisstraf is gesteld