Verjaring van de vervolging

De verjaring van de vervolging betekent dat de officier van justitie na het verstrijken van een bepaalde periode een verdachte niet langer mag vervolgen. De officier van justitie is na die periode niet-ontvankelijk in de vervolging (art. 70 Sr. jo 349 Sv.). De verjaring van de vervolging zelf is geregeld in de artikelen 70 t/m 73 Wetboek van Strafrecht (Sr.).

Verjaringstermijnen

De verjaringstermijn in het strafrecht is geregeld in artikel 70 Sr. Bepalend is steeds het soort feit en de naar wettelijke omschrijving maximum gevangenisstraf dat op het feit is gesteld. De verjaringstermijn loopt op naarmate het gaat om een ernstiger feit. De verjaringstermijn loopt uiteen van 3 jaren voor overtredingen tot 20 jaren voor misdrijven waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 tot 12 jaren is gesteld.

> Meer informatie 'verjaringstermijnen'

Wet opheffing verjaringstermijn

Voor feiten waarop een gevangenisstraf van 12 jaren of meer is gesteld en sommige zedendelicten waarvan een minderjarige het slachtoffer is, kunnen tegenwoordig niet meer verjaren.

Meer informatie 'Wet opheffing verjaringstermijn'

Ontnemingsmaatregel

De verjaring van de vervolging geldt ook voor de ontnemingsmaatregel (Hof Den Haag, 27 april 2007, ECLI:NL:GHSGR:2007:BA4257). Na verloop van een bepaalde tijd kan dus ook geen ontnemingsmaatregel worden opgelegd.
En zie voorts Rb Den Haag, 1 september 2006, NbSr 2006, 389: de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel dateert van meer dan twee jaar na beeindiging van de uitspraak in eerste aanleg, zodat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging. Alleen in geval van heropening van een strafrechtelijk financieel onderzoek is verlenging van de periode van twee jaar mogelijk (art. 511b lid 1 Sv.).

Wel blijft het mogelijk om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen ter zake van een strafbaar feit waarvoor de betrokkene is veroordeeld, zoals bedoeld in artikel 36e lid 1 en 2 Sr., na het verstrijken van de maximale termijn voor de verjaring als bedoeld in artikel 72 lid 2 Sr. (HR 11 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7760).

Verandering van wetgeving

In geval van een verandering van wetgeving met betrekking tot de verjaring geldt als uitgangspunt dat deze verandering direct van toepassing is, tenzij het feit op dat moment al verjaard is. Dan moet de reeds voltooide verjaring worden geëerbiedigd (ECLI:NL:HR:2010:BK1998).

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden