Hoger beroep strafzaak via schriftelijke volmacht
Wanneer de advocaat namens een verdachte in een strafzaak hoger beroep wilt instellen, dient dit als uitgangspunt te gebeuren ter griffie van de rechtbank, waar de uitspraak is gedaan.
De advocaat mag ook in strafzaken ook hoger beroep instellen via een schriftelijke volmacht aan de griffier van de rechtbank (LJN: BJ7810, Hoge Raad, 22 december 2009).
Vereisten volmacht hoger beroep
De schriftelijke volmacht om het hoger beroep in te stellen moet wel voldoen aan de vereisten van artikel 450 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) In een dergelijke volmacht dient te zijn opgenomen:
1. dat de advocaat te kennen geeft bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot het instellen van hoger beroep;
2. dat de verdachte instemt met het door de medewerker ter griffie aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep en
3. een adres voor toezending van een afschrift van de appeldagvaarding van de verdachte.
Voorbeeld schriftelijke volmacht instellen hoger beroep
Gevolgen gebrek volmacht
Bij gebrek daaraan kan het hoger beroep niet ontvankelijk worden verklaard. (HR 22 december 2009, LJN BJ7810).
Er bestaat evenwel onvoldoende grond voor een niet-ontvankelijkverklaring van het appel indien sprake is van een of meer verzuimen maar ter terechtzitting in hoger beroep de verdachte of een door hem op de voet van artikel 279 Sv gemachtigd raadsman is verschenen die verklaart dat aan de verlening van de onvolkomen volmacht de wens van de verdachte ten grondslag heeft gelegen om op rechtsgeldige wijze hoger beroep te doen instellen (o.a. HR 20 maart 2012, LJN BV6999, HR 29 januari 2013, LJN BY8897).