Kind op politiebureau vasthouden
Ook een kind *12 jaar of ouder) mag door de politie worden vastgehouden op het politiebureau. Voor kinderen gelden echter wel speciale regels waarvan de politie zich niet altijd even goed bewust is;
> Overzicht wet- en regelgeving detentie kinderen
Vasthouden is uiterste middel en zo kort mogelijk
Artikel 37 IVRK stelt in de eerste plaats juridische voorwaarden aan het vasthouden van een kind op het politiebureau en de detentie in het algemeen ten aanzien van kinderen geeft een heldere instructie: detentie van jongeren dient zoveel mogelijk te worden vermeden. Op grond van artikel 37 aanhef, onder b IVRK mag detentie enkel worden gebruikt als uiterste middel (last resort) en voor de kortst mogelijke duur (“shortest appropriate period of time”).
Kindvriendelijke omgeving
Opsluiten behoort daarbij een uiterste maatregel te zijn. Als het onverhoopt toch zover komt, moet bij de vrijheidsbeneming zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de belangen van het kind en dient de bejegening child-friendly te zijn.
Contact met ouders
Een kind dat vast zit op het politiebureau moet ook contact kunnen houden met zijn ouders. Dit volgt uit artikel 37 aanhef, onder c IVRK, maar is ook expliciet geregeld in artikel 490 Sv.
Artikel 490 Sv. spreekt van 'vrij verkeer' tussen ouders en een minderjarig ingesloten kind (voor zover deze niet is geplaatst in een justitiële jeugdinrichting, in die context kunnen ouders zich vrijelijk onderhouden met jeugdigen). Onder verwijzing naar artikel 50 wordt de toegang van ouders tot een ingesloten kind gelijk gesteld aan de vrije toegang van een advocaat tot een minderjarige verdachte. Aan ouders wordt dus een bijzondere positie toegekend. De toegang is echter niet onbeperkt. Het vindt plaats onder het vereiste toezicht (om ontvluchting en misbruik van het schriftelijk verkeer te voorkomen en voor de veiligheid van de bezoeker), met inachtneming van de huishoudelijke reglementen (waarin de openstelling, bezoektijden en het toezicht is geregeld) en zonder het (strafrechtelijke) onderzoek te belemmeren.
Het uitgangspunt is dus vrij verkeer, behoudens uitzonderingen. Het moet gaan om een onbeperkt fysiek contact. Vluchtgevaar kan volgens de Hoge Raad een reden zijn om het bezoek van een advocaat aan zijn cliënt te beperken, door dit achter glas te doen plaatsvinden. In alle overige gevallen is contact achter glas niet voldoende, vlg het rapport van de Nationale Ombudsman, 2012/017.
Onderzoek defence for children
Defence for Children (DCI) heeft onderzoek gedaan naar voorarrest van minderjarigen in politiecellen in Nederland en bracht hierover in 2011 een rapport uit (zie Achtergrond, onder II.). Uit het rapport blijkt dat er in 2009 8.142 minderjarige verdachten in verzekering zijn gesteld en in 2010 9.136. In het rapport worden zorgen geuit over het verblijf van minderjarigen in politiecellen.
Zie ook rapport Kinderombudsman: 'een nacht in de cel'
Basis van het jeugdstrafrecht
De basis van het jeugdstrafrecht is in een notendop:
- belang van de jeugdige verdachte als eerste overweging (art. 3 IVRK);
- Straf moet zijn gericht op resocialisatie van de jeugdige;
- Van je fouten mag je leren;
- Licht waar het kan, zwaar waar het moet, dus vrijheidsbeneming als laatste mogelijkheid;
- Schorsen voorlopige hechtenis tenzij..
- Nachtdetentie;
- Systeemgerichte aanpak.