Strafuitsluitingsgronden

Wanneer een verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd en dit bewezen kan worden, moet de rechter vervolgens beoordelen of de verdachte hiervoor ook strafbaar is. Er kunnen namelijk redenen zijn waardoor gezegd kan worden dat de verdachte niet wederrechtelijk of niet verwijtbaar heeft gehandeld. In die gevallen kan een verdachte een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond. Hij krijgt dan geen straf omdat hij zo mocht handelen.

Categorieën strafuitsluitingsgronden

Er zijn twee categorieën strafuitsluitingsgronden:

Een rechtvaardigingsgrond ontneemt de wederrechtelijkheid aan een gedraging. Achteraf bezien is de gedraging van de verdachte niet in strijd met het recht, omdat er sprake is van bijzondere omstandigheden. Wederrechtelijk betekent hier ‘zonder wettelijke bevoegdheid’ of zonder toestemming van de rechthebbende.

Schulduitsluitingsgronden nemen de ‘schuld in de zin van verwijtbaarheid’ weg. Achteraf bezien kan de gedraging van de verdachte hem niet worden verweten.

Gevolg strafuitsluitingsgrond

Een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond heeft over het algemeen tot gevolg dat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging (OVAR). Dit betekent dat het feit wel kan worden bewezen, maar dat de verdachte hiervoor niet strafbaar is.

Bij sommige delicten kan het echter zijn dat een beroep op een strafuitsluitingsgrond, leidt tot een vrijspraak. Dit is het geval wanneer wederrechtelijkheid of schuld een bestanddeel is van het delict. In dat geval kan door de rechtvaardigingsgrond of schulduitsluitingsgrond het feit niet bewezen kan worden.

Overzicht strafuitsluitingsgronden

Binnen het strafrecht kennen we de volgende wettelijke en buitenwettelijke strafuitsluitingsgronden.

WETTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN

BUITENWETTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGROND

WETTELIJKE SCHULDUITSLUITINGSGRONDEN

BUITENWETTELIJKE SCHULDUITSLUITINGSGROND

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden