TBS met dwangverpleging
Bij TBS met dwangverpleging gaat het om een daadwerkelijke opname in een van de TBS-klinieken. TBS met dwangverpleging is geregeld in artikel 37b Sr.
Aanvullende voorwaarden TBS met dwangverpleging
Voor de oplegging van TBS met dwangverpleging gelden in beginsel dezelfde voorwaarden als die artikel 37a Sr. stelt voor TBS in het algemeen. Het gevaarscriterium is bij TBS met dwangverpleging hetzelfde geformuleerd als in artikel 37a Sr. maar uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie volgt dat aan de TBS met dwangverpleging in de praktijk zwaardere eisen worden gesteld dan voor het opleggen van alleen TBS.
Van belang is onder meer het feit waarvoor de verdachte terechtstaat en zijn justitiële documentatie (Kamerstukken II, 1980 - 1981, 11932, nr. 5 -7, p. 24). TBS met dwangverpleging is alleen aan de orde wanneer de verdachte een ernstig gevaar voor de maatschappij vormt.
Duur TBS met dwangverpleging
De TBS met dwangverpleging geldt voor de tijd van twee jaren. Deze termijn kan echter steeds met twee jaren worden verlengd indien de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dit eist (art. 38d lid 1 Sr.)
De periode is echter maximaal vier jaren, tenzij de TBS met dwangverpleging is opgelegd voor een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van een of meer personen.
De termijn van de TBS met dwangverpleging loopt niet:
- zolang de verdachte nog een gevangenisstraf uitzit (art. 38f lid 1 onder a Sr.), maar de rechter kan op grond van art. 37 lid 2 Sr. wel een advies opnemen omtrent het tijdstip waarop de TBS met dwangverpleging zal aanvangen
- bij ongeoorloofde afwezigheid van langer dan een week uit de inrichting (art. 38f lid 1 onder c Sr.)
> Meer informatie duur TBS met dwangverpleging
Combinatie TBS met dwangverpleging en gevangenisstraf
TBS met dwangverpleging kan worden opgelegd in combinatie met een gevangenisstraf. Het is echter niet mogelijk om TBS met dwangverpleging op te leggen in combinatie met een levenslange gevangenisstraf (HR 14 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU5496).
Voor de situatie dat naast TBS met dwangverpleging ook een gevangenisstraf wordt opgelegd, bepaalt artikel 37b lid 1 Sr. dat de rechter in zijn uitspraak een advies kan opnemen over het tijdstip waarop de TBS met dwangverpleging dient aan te vangen. In de praktijk wordt altijd eerst de gevangenisstraf ten uitvoer gelegd en daarna pas de TBS met dwangverpleging.
Als geen advies ex artikel 37b lid 1 Sr. wordt gegeven, geldt de hoofdregel van artikel 42 Penitentiaire Maatregel (PM) waarin is bepaald dat de plaatsing in een TBS-kliniek in beginsel plaatsvindt nadat een derde van de opgelegde vrijheidsstraf ten uitvoer is gelegd. De beslissing daarvoor wordt genomen door de Minister van Justitie. Als de minister een gegeven advies van de rechter niet overneemt, kan de veroordeelde hiertegen in beroep gaan bij de sectie TBS van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).