Verloop zitting gerechtshof

De zitting bij de gerechtshof verschilt enigszins van de zittingen in eerste aanleg. In ieder geval duurt de zitting langer en er wordt uitgebreider stilgestaan bij de bespreking van de feiten en de persoonlijke omstandigheden, zij het niet dat alleen de feiten behandeld zullen worden die door u worden ontkend of waar u andere verweren (zoals noodweer) tegen wilt voeren. Ze zitting bij het gerechtshof verloopt als volgt.

  1. Binnenkomst
    Bij aankomst bij het gerechtshof meldt u zich bij de bode. U geeft uw naam door en u noemt het tijdstip van de zitting. Neem voor de volledigheid altijd een kopie van de dagvaarding mee. De bode zal u vertellen in welke zittingszaal de zaak zal worden behandeld. U neemt vervolgens plaats in de wachtruimte nabij de zittingszaal. Wanneer u aan de beurt bent, zal de bode u de zittingszaal in begeleiden. De bode roept dan altijd de zaak uit door uw naam te roepen. Dit is in verband met het openbare karakter van de zitting zodat eventuele belangstellende ook in de zaal plaats kunnen nemen. Eenmaal in de zittingszaal neemt u plaats op de door de bode aangewezen tafel voor de drie rechters. .
  2. Opening onderzoek ter terechtzitting
    Vervolgens zal de voorzitter van het gerechtshof het onderzoek ter terechtzitting openen en u vragen naar uw naam, geboortedatum en -plaats, en uw huidige adresgegevens. De rechter doet dit om na te gaan of u inderdaad de persoon bent die op de dagvaarding staat vermeld, maar ook om te controleren of de adresgegevens nog juist zijn. Na de controle van de gegevens zal de rechter u uitleggen dat u goed moet opletten en dat u als verdachte niet tot antwoorden verplicht bent. U hebt dus het recht om te zwijgen op vragen die mogelijk belastend voor u zijn.
  3. Reden hoger beroep
    De voorzitting bij het gerechtshof zal vervolgens vragen naar de reden van het hoger beroep. Waarom bent u het niet eens met de uitspraak van de rechter in eerste aanleg? Dit kunnen de volgende redenen zijn:

    • U bent het niet eens met de bewezenverklaring van een of meerdere feiten, omdat u het niet hebt gedaan
    • U bent het niet eens met de kwalificatie van het feit
    • U bent van mening dat u niet strafbaar bent omdat u bijvoorbeeld handelde uit noodweer of omdat u ontoerekeningsvatbaar was
    • U bent het niet eens met de hoogte of het soort opgelegde straf.
  4. Voordragen zaak
    Hierna zal de voorzitter het woord geven aan de advocaat-generaal. Dit is de officier van justitie in hoger beroep. De advocaat-generaal zal aangeven van welk vonnis u in hoger beroep bent gekomen en waarvoor u toen bent veroordeeld. Het gaat om een beknopte weergave van de feiten.
  5. Onderzoek door de voorzitter van het gerechtshof
    Vervolgens zal de voorzitter van het gerechtshof zich weer tot u wenden voor de bespreking van de feiten waar het in het hoger beroep om gaat. De niet-betwiste feiten zullen dan niet of slechts heel vluchtig worden besproken.
    De voorzitter van het gerechtshof zal aan u vragen wat er nu precies is gebeurd. In beginsel wordt er meer tijd besteed aan het bespreken van de feiten dan in eerste aanleg. Het kan zijn dat de rechters erg diep ingaan op de feiten en de verklaringen in het dossier. Hoewel de meeste vragen door de voorzitter worden gesteld, zullen ook de andere twee rechters vragen aan u (kunnen) stellen. Daarna krijgen ook de advocaat-generaal en uw advocaat de gelegenheid om vragen te stellen. Mocht u vergeten zijn om iets belangrijks te vertellen, dan zal de advocaat u hierover wellicht nog vragen stellen om u enigszins te sturen. Hierna zal de voorzitter vragen stellen over uw persoonlijke omstandigheden, zoals:
    – Wat doet u voor werk?
    – Hoeveel inkomen heeft u per maand?
    – Kunt u hiervan goed rondkomen?
    – Heeft u met bepaalde dingen hulp nodig in het leven?
    – etc.De politierechter probeert hierdoor een beeld te krijgen van uw leven om zo maatwerk te kunnen leveren bij het opleggen van de straf. Zo kunt u bijvoorbeeld betaling in termijnen vragen, als u de geldboete niet ineens kunt betalen.N.B. de rechters in hoger beroep heten trouwen raadsheren. Ook vrouwelijke rechters worden raadsheren genoemd. U kunt echter de rechter aanspreken door te zeggen: "Meneer/mevrouw de rechter, of Edelachtbare"
  6. Vordering benadeelde partij
    Wanneer er een benadeelde partij is, zal de voorzitter van het gerechtshof diens vordering ook behandelen, mits de benadeelde partij zich in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd en/of in eerste aanleg een gedeelte van de vordering is toegewezen. De vordering mag door de benadeelde partij niet worden vermeerderd ten opzichte van het in eerste aanleg gevorderde bedrag.
  7. Requisitoir
    Dan zal de voorzitter het woord geven aan de advocaat-generaal. Dit noemen we het requisitoir. De advocaat-generaal zal zijn mening geven over wat er met het vonnis in eerste aanleg moet gebeuren (vernietigen of bekrachtigen) en welke feiten bewezen kunnen worden verklaard en welke niet, alsook wat de verschillende bewijzen zijn waarop de advocaat-generaal zijn standpunt baseert. Aan het eind van het requisitoir zal de advocaat-generaal de straf eisen.
  8. Pleidooi
    Direct daarna krijgt de advocaat het woord. Dit noemen we het pleidooi van de advocaat. In zijn pleidooi reageert de advocaat op het requisitoir van de advocaat-generaal. Hij zal namens de verdachte verweer voeren tegen de verschillende beschuldigen en aangeven waarom u niet veroordeeld moet worden of wanneer u minder straf zou moeten krijgen.
  9. Repliek en dupliek
    Hierna krijgt de advocaat-generaal weer het woord om te reageren op hetgeen de advocaat bij pleidooi naar voren heeft gebracht en daarna mag de advocaat hierop weer reageren. Dit noemen repliek (= de reactie van de advocaat-generaal) en dupliek (= de reactie van de advocaat). Dit is overigens geen verplicht onderdeel. Het kan zijn dat de advocaat-generaal geen reden ziet voor een nadere reactie.
  10. Het laatste woord
    Aan het eind van de zitting krijgt u van de voorzitter het laatste woord. U mag hierbij nog iets naar voren brengen wat nog niet aan de orde is gesteld of u kunt zelf ook nog reageren op hetgeen de advocaat-generaal heeft gezegd. U kunt het laatste woord ook gebruiken om nog eens uw excuses aan te bieden wanneer u het feit hebt bekend. Overigens is het laatste woord niet verplicht. U hoeft dus niet perse iets te zeggen.
  11. Sluiting onderzoek ter terechtzitting 
    Hierna zal de voorzitter het onderzoek ter terechtzitting sluiten. De uitspraak is in beginsel altijd twee weken later. Bij hoge uitzondering kan het gerechtshof bepalen dat vervroegd uitspraak wordt gedaan (bijv. wanneer de verdachte onterecht in voorarrest zit). De uitspraak wordt altijd gedaan op een speciale zitting, 14 dagen na de behandeling van uw strafzaak. U kunt ervoor kiezen om op deze zitting aanwezig te zijn, maar u kunt ook een uur na het tijdstip van de zitting even naar het gerechtshof bellen om deze telefonisch te vernemen. De uitspraak wordt bovendien altijd op schrift gesteld en u krijgt deze binnen enkele dagen toegestuurd.
    Het is niet verplicht om aanwezig te zijn bij de uitspraak. Het maakt voor de uitspraak zelf ook geen verschil nu deze vooraf al is bepaald.

Beroep in cassatie

Na de uitspraak hebt u 14 dagen de tijd om beroep in cassatie in te stellen tegen de uitspraak van het gerechtshof. Het hoger beroep stelt u in via de griffie van het gerechtshof.

Duur zitting gerechtshof

De gemiddelde duur van een zitting bij het gerechtshof bedraagt ongeveer 60 tot 90 minuten. Omdat de zaken erg krap worden gepland, lopen de zitting nogal uit en kan het zijn dat u lang moet wachten voordat uw zaak bij de rechtbank wordt behandeld.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden