Beperkingen ondervragingsrecht
Er kunnen omstandigheden bestaan waardoor de verdediging in zijn ondervragingsrecht wordt beperkt. Van belang is dan om na te gaan of de beperking van het ondervragingsrecht gerechtvaardigd is. De beperkingen kunnen zich voordoen ten aanzien van de volgende getuigen:
- Getuige onvindbaar
- Overleden getuigen
- Getuige weigert te verklaren
- Anonieme / bedreigde getuigen
- Kwetsbare getuigen
Toetsingskader bij beperking ondervragingsrecht
In de vorengenoemde rechtspraak van het EHRM tekent zich met betrekking tot het ondervragingsrecht als bedoeld in art. 6 EVRM het volgende toetsingskader af:
(i) ligt aan het niet ondervragen van de getuige ter terechtzitting a good reason ten grondslag?
(ii) is de getuigenverklaring sole or decisive bewijsmateriaal? en, indien dat het geval is,
(iii) zijn er voldoende compenserende factoren – counterbalancing factors – ten behoeve van de verdediging aangereikt, waaronder begrepen de toetsing van de betrouwbaarheid van de door de getuige afgelegde verklaring?
Compensatie beperking
De gerechtvaardigde beperking mag niet leiden tot een schending van het recht van de verdachte op een eerlijk proces of ervoor zorgen dat de waarheidsvinding in de knel komt. Compensatie kan op verschillende wijzen worden geboden en is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de betreffende zaak. Compensatie kan worden geboden door:
- een deskundige te laten oordelen over de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring als de in het vooronderzoek afgelegde verklaring mee wordt genomen als bewijs, bijv. in het geval de getuige niet meer beschikbaar is ter terechtzitting (EHRM 20 december 2001, nr. 33900/96 (P.S./Duitsland) par. 29).
- audio- en video-opnamen te maken tijdens het getuigenverhoor en deze af te spelen tijdens de terechtzitting
- de advocaat vooraf in de gelegenheid te stellen om vragen op te geven
- het verhoor te laten plaatsvinden via een technisch hulpmiddel (videoverbinding), waarbij de advocaat live kan meekijken en zijn vragen kan opgeven
In geen geval mogen de vragen van de verdediging dusdanig worden beperkt dat er geen sprake meer kan zijn van een effectief ondervragingsrecht (EHRM 20 november 1989, nr. 11454/85 (Kostovski/Nederland) par. 42)
Daarnaast is het belangrijk dat de rechter op de hoogte is van de identiteit van de getuige, zodat hij zelf een oordeel kan vormen over de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van deze getuige